140 luitenant gering maakte, waarin een luitenant zijn generaal „oude" noemde, waren voorbij. Als kapitein was Poland reeds eenmaal in den conduitestaat gesignaleerd als niet met zijn tijd mede te gaan, maar deze beoordeeling had destijds nog geen invloed gehad op zijne bevordering daarvoor waren de door hem bewezen diensten te gewichtig. Toen hij echter al hooger en hooger in de ranglijst kwam, namen de bezwaren toe. Als luitenant-kolonel te Kedong-Kebo geplaatst en wetende dat hij niet geschikt werd geoordeeld voor kolonel-afdeelings- commandant, bovendien lijdende aan rheumatiek en jicht in de zoo vaak gewonde ledematen, werd hij overtuigd van de noodzakelijkheid om „zijne bajonet af te slaan" en zond een verzoek in om als kolonel gepensionneerd te worden. In Juli 1854 meldde de Java-couran.t de bevordering van Poland tot kolonel-titulair, met bepaling dat hij met het commando van het 4e bataljon belast zou blijven. Zijn verzoek om minstens een jaar in zijn nieuwen rang te dienen en daarna met het pensioen van kolonel de gelederen te verlaten was ter beslissing naar Nederland gezonden. Daar vond men echter geen termen, om den trouwen dienaar hooger pensioen toe te kennenonder dankbetuiging voor zijne veel vuldige en goede diensten werd hij in November 1853 uit het leger verwijderd met eene gratificatie van f 3000 en een pensioen van 1800. (1) Om Poland, den geincarneerden soldaat, echter van zijn bataljon te scheiden, was gemakkelijker gezegd dan gedaan, zooals Baudoin ondervond, toen hij van het Militair Departement den last kreeg voor- loopig het commando van Poland over te nemen, in afwachting van de komst van den voor die betrekking bestemden luitenant-kolonel Yau der Ylist, en zich daartoe naar Kedong Kebo begaf. Toen hij zich kwam melden en het doel zijner komst bekend maak te, begon Poland heftig tegen hem uit te varen, omdat hij zonder voorkennis van zijn chef zijn standplaats had verlaten en gelastte hem onmiddellijk terug te keeren. Toen Baudoin hem echter deed inzien, dat hij volstrekt niet eigendunkelijk, doch slechts op last van hoogerhand handelde, draaide Poland weldra bij en beloofde hem over eenige dagen het commando over te geven, wanneer de pijnen (1) Van Kees, Toontje Poland, Deel I, blz. 232 235.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 151