146 richten. Deze stemde met dit voorstel in en deed op eene geschikte plaats eene benteng opwerpen voor één officier en 50 man. Ditis de oorsprong der thans nog door ons bezette versterking te Segeri. In Juni 1855 werd Baudoin bevorderd tot luitenant-kolonel en in dien rang geplaatst als militaire commandant te Batavia. Hij gaf het militair commando van Celebes aan den nieuw be noemden Gouverneur, tevens militaire commandant, den kolonel C. A. De Brauw, over en vertrok in de volgende maand naar Batavia, waar hij het militair commando van Weltevreden en Rijswijk van den kolonel Kobold overnam. Eenige maanden na zijue aankomst te Batavia werd hij plotseling op onaangename wijze verrast door een brief van bet militair de partement, in hoofdzaak behelzende, dat zijne rapporten omtrent het voorgevallene in het Segerische, tijdens hij waarnemend militair commandant van Celebes was, zoo onduidelijk waren, dat aan zijn opvolger, kolonel De Brauw, nadere toelichtingen hadden moeten worden gevraagddat die toelichtingen geleerd hadden dat al de ge nomen maatregelen moesten worden afgekeurd; dat dit aan den Gouverneur-Generaal was gerapporteerd, wien het daarop behaagd had, het militair departement op te dragen, den luitenant-kolonel Baudoin aan te sporen, onverwijld zijn pensioen aan te vragen, zullende het hem anders ongevraagd worden verleend. Dat waren geen halve maatregelen, die men op deze wijze tegen Baudoin nam en die tevens het bewijs leverden dat men in die dagen, soms een geheelen leeftijd met onderscheiding kon dienen en toch bij de eerste fout smadelijk worden verwijderd. Nu die fout echter hier bovendien geheel onbewezen was, kon Baudoin zich bij de verkregen opdracht geenszins nederleggen. Hij diende dau ook een request in aan den Gouverneur-Generaal, waar in hij te kennen gaf zich van het afkeurenswaardige zijner hande lingen op Celebes niets bewust te zijn, te minder daar die handelingen tot een volkomen succes hadden geleid en bovendien de volle goed keuring van den Gouverneur van dat gewest hadden weggedragen en dat hij derhalve verzocht in wetenschap gesteld te worden met de hem ten laste gelegde tekortkomingen, ten einde zich daarop te kunnen verantwoorden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 157