156 dienst slecht door die categorie van officieren behartigd, zoodat ook de opleiding, oefening en krijgstucht hieronder leden en er een korps goede onderofficieren noodig was, om daarin eenigszins evenwicht te brengen. Voor de onbemiddelde officieren had het systeem dit voordeel, dat zij zich bij het verlaten van den dienst een klein kapitaal konden verzeke ren. Voor den staat was het voordeelig, omdat de bevordering vrij goed bleet en het bedrag der pensioenen verminderde. Intusschen is men thans in Engeland omtrent de bevordering geheel van inzicht veranderd en heeft men zelfs examen voor alle rangen ingesteld. In Duitschland is de regeling der bevordering van de officieren eenvoudig en zooveel mogelijk rechtvaardig. Alle vier maanden ver schijnt de ranglijst der officiereu van het Duitsche leger, met ver melding der betrekking, die ieder hunner bekleedt. Het avancement en ook de benoeming tot openvallende betrek kingen geschieden strikt volgens anciënniteit. Men wijkt hiervan nooit af en het bevorderen of benoemen van een jongeren officier boven een ouderen, is voor den oudere voldoende reden om zijn ontslag te vragen en als hij het niet vroeg, zouden zijne collega's de eersten zijn, die hem daartoe noodzaakten. „Der hohe Bildungs- „grad der deutschen Offiziere, so wie der Ehrgeiz und das Selbst- „gefühl derselben, weisen alle dahin zielenden Wünsche und Bestre- „bungen zurück", zegt een Duitsch schrijver. Men mag dan ook niet aannemen dat een officier zonder zeer ernstige redenen gepasseerd wordt. Is de reden ongeschiktheid dan is verwijdering noodzakelijk, want vooral tegenwoordig heeft men tijd in overvloed, om zich voor den volgenden rang voor te bereiden. Is de reden gedrag, dan zou in enkele gevallen, na geruimen tijd wel te verstaan, nog aanstelling kunnen volgen. Dronkenschap in dienst is hiervan natuurlijk uitgezonderd. Op deze wijze kan men in Duitschland de bevordering bij anciën niteit gerust behouden, want men tolereert er geene ongeschikte officieren (Kaséhan bestaat niet) en om te weten, of de officieren wer ken en al of niet geschikt zijn, geeft men zich de grootste moeite en neemt men de beste maatregelen. Ieder jaar worden 100 officieren naar Berlijn gedetacheerd, alwaar zij op de krijgsschool onderwezen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 167