158
goede waarborgen bestaan tot het leeren kennen der meest ver
dienstelijke officieren. En waar bestaat zulk een ideaal officierskorps
In de beste korpsen officieren van den tegenwoordigen tijd, het
Duitsche en het Oostearijksche, waagt men zich nog niet aan be
vordering bij keuze, maar huldigt men anciënniteit.
Ter voorkoming van nepotisme of vergissing is dan ook anciën
niteit het meest aan te bevelen in een goed georganiseerd officierskorps.
De oud-kapitein Kleijn, schrijver eener belangrijke verhandeling
over de bevordering, is een groot voorstander van bevorde-
ïing bij keuze; hij wijst er op dat mannen als Frederik de Groote en Na
poleon, Soult en Bugeaud, voor dit stelsel ijverden. Tal van talent
volle schrijvers, zegt hij, streden voor het behoud van dit stelsel
van bevorderen.
Ook wij vinden de theorie schoon, dat ieder officier aangespoord
wordt, om boven zijne kameraden uit te blinken, maar is de prac-
tijk niet dikwijls genoeg gebleken, hierin te falen? En kunnen wij
niet evenveel groote minnen noemen, die het daarom verwerpen
Zegt Le Faure, in zijne beschouwing der Fransche militaire wetge
ving niet het volgende: „Depuis les capitulaires de Charles le
„Chauve, en passant par le testament de Louis XI, ou par l'adminis-
„tratiou de fer de Richelieu, jusqu'au Conseil supérieur de la guerre,
„créé sous Louis XVI les efforts des organisateurs les plus énergiques
„ou des hommes les plus sincèrement désireux d'ordre et d'équité ne
„peuvent prévaloir contre le vice constitutionnel du principe.
„Quelques années a peine avant la revolution, le due de Choiseul
„et le comte de Saint-Germain travaillent ardemmeut a restreindre
„l'étendue du privilègele maréchal de Broglie déclare, dans un mé-
„moire au roi que la brigue, la parente et la faveur, décidant le plus
„souvent des choix, les braves gens se dégóutent, quittent le service
„et le roi est mal servi".
En heeft niet de maarschalk Gouvion de St. Cyr, ondanks den hef-
tigsten tegenstand, in zijne bekende reorganisatie van het leger, ge
tracht bevordering bij keuze zoo veel mogelijk te beperken "W as
bovendien de toestand der legers onder Frederik den Groote, Napoleon,
Soult en Bugeaud, niet geheel anders dan de toestand waarin de
tegenwoordige legers verkeeren?