in het ongunstigste geval, de massa van den vijand eenigen tijd op houden en ons daardoor tijd gegeven worden, te Makassar de noodige maatregelen te nemen. De maatregelen, die door de posteommandanten moeten geno men worden, zoo zij bijtijds van het naderend gevaar onderricht zijn, zullen hier niet besproken worden, omdat zij in vergelijk van hetgeen te Makassar moet geschieden, van weinig beteeken is zijn. Ik zal thans overgaan tot het bespreken van wat te Makassar moet geschieden in het eerste onderstelde geval, namelijk: A. Dat de vijand in groeten getale en min af meer georganiseerd op Ma kassar aanruktnadat de buitenposten hem in handen zijn gevallen. Uit het straks gezegde blijkt, dat ik in dit geval van de onder stelling uitga, te doen te hebben met een vijand van buiten de Gouvernements landen. Daarbij wordt aangenomen, dat bij de be volking van die Gouvernements landen vooralsnog geen neiging be- staat, in massa tot vijandelijkheden over te gaan, maar dat zij, ten minste in den aanvang, onze belangen dient, door het bijtijds me- dedeelen van berichten omtrent den vijand. Die bevolking zal zich dan aanvankelijk rustig houden en bedacht zijn op de verdediging van huis en erf, met uitzondering van enkelen, die of als spionnen langzamerhand beide partijen zullen dienen, óf. door den nood ge dwongen, met den vijand gemeene zaak zullen maken. Hun getal zal grooter worden, naarmate de vijand meer succes heeft. Is het hem gelukt, onze buitenposten af te loopen, dan kan men er zeker van zijn, dat hij aanmerkelijk in getalsterkte en vechtlust zal winnen. Maar ook zelfs in dat geval is er weinig kans, dat hij op eene plaats, zoo groot als Makassar, een eenigszins geregelden, algemeenen aanval zal doen, ook al nemen wij eenige organisatie bij zijne benden aan. Zulk een geval heeft zich in de latere eeuwen in de Indische krijgsgeschiedenis nimmer voorgedaan. Zelfs onze Atjehsche vijand heeft nimmer een algemeenen aanval op een onzer meer uitgebreide vestigingen gedaan, hoewel in het jaar 1878 volgens mijne meening een algemeene aanval op Olehleh zeer zeker in de bedoeling des vijands lag. Het is zelfs niet onmo gelijk, dat het er toen van zou gekomen zijn, als niet ter rechter tijd 6 o c o o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 17