178
ging geeft, en verhaalt dat hij, als reclamant, bij het verhoor voor
officieren-commissarissen als getuige onder eede werd gehoord, ter
wijl hij voor den krijgsraad als beklaagde beschouwd werd. De
jurisprudentie, door S. medegedeeld, is ten eenenmale erroneus.
Daar wij ook in Indië meer dan eens den reclamant als aankla
gerden strafoplegger als beklaagde hebben hooren aanduiden, kan
het zeer zeker zijn nut hebben, zoo wij hier bij het bovenbedoeld
artikel in den „Militairen Spectator" van 1881 een oogenblik stilstaan.
„Het woord klagerzegt S. daarin „is geen rechtsterm, waaraan
„geen andere beteekenis is te hechten dan hij die zich beklaagt over
eene opgelegde strafwelke bij het onderzoek voor den krijgraad,
„naar het al of niet rechtmatige der straf, „beklaagde" wordt in zijn
„zaak. De krijgsraad onderzoekt die zaak en maakt uit of de be
klaagde (klager) voor het bedreven feit een disciplinaire straf ver
diend heeft, ja of neen." (blz. 161, M. Sp.)
Welke zaak wordt onderzocht?
Daarop geeft schrijver op bladz. 158 M. Sp. terecht ten antwoord
„de zaak, de daad, de overtreding, waarvoor aan den reclamant arrest
„of een straf is opgelegd." Volgens de wet mag de gearresteerde
tot den rechter in casu den krijgsraad de vraag richtenonderzoek
gij eens of ik een strafbaar feit gepleegd heb; mijn supérieur heeft
dat ook wel reeds gedaan en mij daarvoor een straf opgelegd maar
ik meen dat hij zich vergist en dat ik onschuldig of te zwaar ge-
gestraft bengij, krijgsraad, kunt de getuigen onder eede hooren, ik
heb dus meer waarborg dat zij de waarheid zullen spreken, dan toen
zij bij mijn supérieur getuigenis afiegden en doordat Uw college uit
7 personen bestaat, verkrijg ik mede den waarborg, dat mijn zaak,
mijn daad, mijn overtreding naar verschillende inzichten zal worden
beoordeeld en besprokenden uitslag van die besprekingen wacht ik
met volle vertrouwen in uw rechterlijk vonnis af. De zaak, de daad,
de overtreding, die disciplinair afgehandeld was, wordt door dat verzoek,
een krijgsraadzaak.
Hoe moet de strafoplegger beschouwd worden?
Ook hierop vinden wij een juist antwoord op bladz. 159. M. Sp.
„De supérieur, die de straf heeft opgelegd, dient (als het ware door
„overlegging van reclamants strafhoek) een klacht in, alsof de daad,
„waarvoor hij heeft gemeend straf te moeten opleggen, een krijgsraad-