183 voor anderen of die aanleiding geven tot administratieve (disciplinaire) bestraffing. De klacht aan den krijgsraad gericht zijnde, ligt het in den aard der zaak dat de autoriteit, aan wie een stuk gericht is, ook alleen de bevoegdheid bezit om dat te beoordeelen. Yan welk oogenblik af is hij, die over een hem opgelegde straf wenscht te reclameeren, verplicht arrest te houden Zoover het ons uit de practijk gebleken is, houdt de klager con form artikel 2 alinea 2 van bovenbedoeld K. B. arrest, zoodra hij het onderzoek van den krijgsraad heeft verzocht. Hoewel wij geen voorstanders zijn van het stelsel van voorloopig arrestmoeten wij met de wet in de hand eene andere meening huldigen. Wij gelooven dat op grond van artikel 3 van gemeld K. B. de militairen, die bij hun chef reclameeren, ook arrest moeten houden. Artikel 3 bepaalt o. i. duidelijk, dat de krijgsraad en „de chef" zijn verplicht, om bij gegrondbevinding der klachten het arrest op te heffen. Het behoeft geen betoog dat, waar sprake is van eene opheffing van een arrest, het bestaan van een arrest wordt verondersteld. Het rechtsmiddel van de reclame grijpt sterk in de discipline, die vooreerst eischt gehoorzaamheid (artikel 3, 10 en 11, Reglement van krijgstucht). De procedure der reclame moet dan ook worden geacht, al dadelijk een aanvang te hebben genomen, zoodra de militair zich bezwaard gevoelende over de hem opgelegde straf, zich wendt tot den chef van den straf oplegger, die eigenlijk in eerste instantie als lager rechter oordeelt en tevens uitspraak doet over de al dan niet gegrondbevinding der klacht; wordt reclamant afgewezen, dan kan hij zich tot den hoogeren rechter in laatste instantie, nl. den krijgsraad wenden, die in appel uitspraak doet. Is deze onze voorstelling en opvatting alleszins juist, zoo laat zich daarmede de bepaling in artikel 2 alinea 5 vervat moeielijk rijmen dat het Hoog Militair Gerechtshof, bij wijze van eindbeslissing, andermaal van de zaak kennis zal nemen en in het hoogste ressort nogmaals zal uitspraak doen, zoodat er eigenlijk appel op appel bestaat, wat absurd is {Slot volgt.) Metis. Hoe in de bekende Handleiding van Mr. Van der Hout de Heer Grevers in de 3e uitgave kan spreken van„dat op reclamezaken geen appel, maar revisie „bestaat," vatten wij niet. Wat is revisie anders als appel op de stukken?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 194