V .A. IR I liet drayen van den koppel duur officieren. Bij Alg. Order 1870 No. 114 werd, met wijziging in zooverre der A- O. 1869 No. 27, als voorloopige maatregel voorgeschreven, dat de kop pel moet worden gedragen door officieren van alle wapens en diensten: a. In gewapenden dienst boven de tenuejas. b. Bij alle andere gelegenheden en buiten dienst naar verkiezing onder of boven de tenuejas. Wat wij hieronder even wenschen te bespreken, betreft alleen het eerste gedeelte dezer order, „het dragen van den koppel boven de tenuejas." Het is ons nimmer duidelijk geweest, welk nut het door de officieren dragen van den koppel boven de jas kan hebben; en zouden wij gaarne de vraag stellen, of een troep niet evengoed zou kunnen exerceeren of andeie diensten uitvoeren, wanneer de officieren daarbij den koppel onder de jas dragen. Op expeditie te Atjeh zagen wij in 't geheel geen kop pel door de uitrukkende officieren medenemen, de koppel werd daar over bodig door het niet medevoeren der sabelscheealleen zij, die van een ie vol ver voorzien waren, hadden dien om hun middel, hetzij onder of bo ven de jas, door middel van een riem bevestigd. In garnizoen dus alleen schijnt het dragen van den koppel boven de jas bij exercitiën of andere gewapende diensten nog bepaald noodzakelijk te zijn. Waarom? Wij erkennen gaarne op deze vraag het antwoord schuldig te moeten blijven, doch weten daarentegen wel de volgende nadeelen 1 Het behoorlijk dragen van den koppel boven de tenuejas is nog zoo eenvoudig niet; draagt men hem niet stijf genoeg om het middel, dan zal hij aan den kant van de sabel eenigszins afhangen, wat niet mooi staat, en bovendien tot bemerkingen door de chefs aanleiding geeft.. Men moet dus den koppel zóó stijf om hebben, dat het vorige bezwaar wordt weggenomen, maar dan vervalt men tevens in een ander bezwaar dat de koppel te stijf zit en men het er niet lang onder kan uithouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 215