205
2°. Daar de koppel van zwart verlakt leder moet zijn, wordt hij al
spoedig onbruikbaar, omdat het verlakt door de warmte niet goed blijfr.
3°. Al spoedig ziet men aan de tenuejas de sporen van den koppel,
en wordt de jas daardoor bedorven, althans ongeschikt voor ander gebruik
dan bij exercitiën. Het apart bestemmen van een tenuejas voor exercitie-
jas is niet voldoende, daar men toch met een versleten exercitie-jas moeie-
lijk bij andere gewapende diensten, als b. v. inspectiën, parades, begrafe
nissen enz. kan verschijnen. Men moet dus ook voor die bijzondere ge
legenheden een afzonderlijke tenuejas en koppel onderhouden.
4 Bij diensten, waarbij de sjerp boven den koppel moet worden
gedragen, zooals in marschtenue, heeft ook de sjerp veel van den koppel
te lijden en wordt daardoor spoedig vuil. Dit veroorzaakt derhalve ook
weer dat men meer sjerpen noodig heeft.
5°- ®en bovenkoppel is een duur artikel, waarvan de gemiddelde prijs
in Indië f 15 bedraagt. Neem aan dat een infanterieofficier, die gedu
rende zijnen diensttijd als officier gemiddeld 15 jaren bij den troep dient,
per jaar één koppel noodig heeft, dan zal hij alleen aan bovenkoppels
zich eene uitgave moeten getroosten van 15 X f 15= f 225; wel is
waar een winstgevend zaakje voor kleermakers etc, maar een sommetje
dat ieder officier wel liever zelf zal opsteken, als hij ten minste niet tot
de uitgave gedwongen wordt.
En het zit hem juist in de infanterieofficieren, die, in hunne trak
tementen met de andere wapens van het leger vergeleken toch reeds
stiefmoederlijk bedeeld, degenen zijn, van wie het veelvuldig gebruik
van den koppel boven de tenuejas gevorderd wordt.
De afschaffing van dit artikel, niet strijdig met de belangen van den
dienst, maar daarentegen wel in het belang van alle officieren, zij hierbij
onze wensch; en gelooven wij hiermede ook de tolk te zijn van, zooniet
van alle, dan toch van de meeste officieren van liet Nederlandsch-Indische
leger.
Een Infanterist.
Vereenigmg tot onderlinge assurantie van
Officiersdienstpaarden.
Den 15'ten Februari jl. had te Batavia eene vergadering plaats van
eenige voorstanders der oprichting van bovengenoemde vereeniging, waar
toe in het Indisch Militair Tijdschrift No. 12 van het vorige jaar, door
den kapitein van den generalen staf J. G. H. Van der Dussen, het voor
stel was gedaan.