218 In den namiddag van 20 Februari werd wederom door de bende van Jij a Hassan, die zich, ter sterkte van 40 a 50 man, op een kwartier afstands van den post T o e n g k o e p in hinderlaag had ge legd, een aanval gedaan op het 20 man sterke transport Kr o eng Kali Toengkoep. Op het hooren der donderbusschoten rukten van beide posten patrouilles uit, waarna de vijand aftrokaan onze zijde sneuvelden twee man en werden acht gewond. De Chineesche wegwerkers tusschen Lepong Ar ra en Sema- gani werden den 22en Februari aangevallen door een 20-tal Atjehers en bekwamen 5 meest zwaargewonden. Daar de bevolking der moekim Lamara voor een groot deel met de kwaadwilligen heulde en daarom ook voor dezen aanval verantwoordelijk kon worden gesteld, werd haar eene boete van 1500 gulden opgelegd. In den nacht van 27 op 28 Maart werd een aantal Chineezen, welke van Penajoeng uitrukten ter ondersteuning van hunneland- genooten bij de steenbakkerij te Lampoeloe, op circa 500 schre den buiten hunne woonplaats overvallen door eene bende Atjehers. De meesten redden zich door de vlucht, doch 7 Chineezen werden achterhaald en met klewanghouwen afgemaakt; eene van Gedah oprukkende politiepatrouille deed de roovers aftrekken. Twee etmalen later in den nacht van 29 op 80 Maart werd de kampong Lohong door de kwaadwilligen leeggeplunderd; drie bewoners der kampong, die zich hiertegen verzetten, werden gewond. In den avond van 31 Maart werden van Atjehsche zijde verschil lende vertrouwbare berichten ontvangen omtrent het aanwezen eener bende van 200 a 250 man tusschen de kampongs Lohong en Ne- soeh. Onmiddellijk werden eenige sterke militaire patrouilles en een detachement cavalerie in verschillende richtingen uitgezonden ook werden eenige hinderlagen gelegd. In weerwil van deze met spoed getroffen maatregelen en de vrij zekere berichten, die omtrent de bewegingen der kwaadwilligen door de Atjehers waren verstrekt, gelukte het echter niet, hen te ontmoeten. Waarschijnlijk hadden zij de vlucht genomen, toen zij de aankomst der militairen ontwaarden. Hieruit moet onzes inziens de gevolgtrekking worden gemaakt, dat men, door militaire maatregelen te nemen, de benden het gemakke-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 229