220 „vallen. Met hare medewerking nu de ondervinding leerde dit „onlangs te Telok Semawé kunnen de maraudeurs machteloos „worden gemaakt; zonder deze medewerking zal het steeds uiterst „moeielijk zijn, een voldoenden toestand van veiligheid te verkrijgen. „Zal het doel, de pacificatie van A tj eh, bereikt worden, dan behoort „het bestuur derhalve vóór alles zich niet te laten verleiden tot het „nemen van ondoordachte maatregelen, waardoor het vertrouwen, waar „dit reeds gewonnen is, verloren zou kunnen gaan. In verband met „de opgedane ondervinding worden dan ook zoo min mogelijk militaire „patrouilles uitgezonden, waaraan geen speciaal doel is verbonden, en „wordt als regel het onschadelijk maken der maraudeurs, indien zij „zich bepalen tot het plunderen der kampongs hunner landslieden, „overgelaten aan de politie, ondersteund door de bevolking. Op de „militaire macht rust de taak, om onze etablissementen en posten te „beveiligen. In één woord, het streven is, er voor te waken dat voor „de maraudeurs niets te stelen of te plunderen valt binnen den kring „der Nederlandsche etablissementen. „Van krachtig optreden met behulp der militaire macht kan ook „daarom slechts in zeer exceptioneele gevallen sprake zijn, omdat „zoowel zij, als de besturende ambtenaren steeds eene goede ontvangst „genieten, waar zij zich in en om de Atjehsche kampongs bewegen, „zij het dan ook dat zich minder goed gezinden onder de kampong- bewoners bevinden. „Het is dan ook een onjuist en schadelijk begrip, dat de nog „bestaande rooverbenden, die gedeeltelijk hun ontstaan te danken hebben „aan den gevoerden oorlog en bijna uitsluitend uit saamgeraapte „vagebonden bestaan, allen meer of' min voor eigen rekening handelende, „als vijanden, als eene bepaalde macht tegen het wettig gezag aan te „merken, die in staat zou kunnen zijn onze positie in gevaar te brengen. „Door het karakter dier benden te overschatten, door met militaire „macht op te treden, alsof men met eene georganiseerde vijandelijke „macht te doen had, zou zeer licht weder kunnen ontstaan wat in „werkelijkheid reeds tot het verleden behoort, n. 1. een toestand „van oorlog. Voor onze lezers zullen wij wel niet behoeven aan te toonen, hoe zeer, juist door dit rapport, wordt bewezen, dat de plaatsing van een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 231