222 1 officier van gezondheid en 3 hospitaal bedienden) met 2 Coehoorn- mortieren. Deze colonne, ten oosten van I n d r a p o er i vereenigd, rukte ten 6 ure in noordoostelijke richting op, en een half uur later bereikte de voorhoede het heuvelachtig, nu en dan door sawah's doorsneden terrein, dat den rechteroever der sterk kron kelende Atjeh-rivier tusschen de kampongs Loelir, Lam- loeng en Moe roe begrenst. Hier opende de vijand, die zich, door een lagen heuvel gedekt, in het struikgewas schuil hield, het vuur uit het oosten, dus op de rechter voorflank der colonnes. Terwijl eene van den hoofdtroep gedetacheerde sectie hem rechts in bedwang hield, kreeg de voorhoede last, haren tocht in oostelijke richting tirailleursgewijze te vervolgen. Zij dreef den vijand langzaam voor zich uit en marcheerde, ten noorden van de kampong Lamloeng om, voort tot de ten oosten daarvan gelegen kleine kampong, die denzelfden naam draagt. Deze bleek verlaten te zijn. Hier werd een oogenblik halt gehouden, waarna de vijand, die thans op de linkerflank kwam opdringen, door granaatvuur teruggedreven en de marsch in zuidelijke richting, langs den oostelijken rand van Lamloeng werd voortgezet, totdat de voorhoede een ten noorden van Moeroe gelegen heuvel had bereikt. Hier was Moeroe, het doel van den tocht, geheel zichtbaarde gidsen wezen de richting aan, waarin de missigit gelegen moest zijn, en de mortieren deden op dit doel eenige worpen. De vijand drong aanvankelijk van alle kanten op, doch werd door een krachtig infanterie- en granaatvuur ontvangen, zoodat hij zich weldra in de kampong Moeroe terugtrok; de kampongrand werd niet bezet. De colonnecommandant gaf hierop aan de voor hoede last, de stelling op de hoogte te verlaten, de daarvóór gelegen sawah zoo snel mogelijk door te trekken en, nadat zij den kampong- rand in bezit zou hebben genomen, nadere bevelen af te wachten. Zonder moeite werd aan deze opdracht voldaan, die gevolgd werd door den last om, langzaam door den hoofdtroep gevolgd, de kam pong binnen te rukken en stelling te nemen tegenover de missifit die, zoo mogelijk, moest worden bezet. Toen de hoofdtroep de hoogte begon af te dalen, drong de vijand op beide flanken opnieuw op, doch eenige salvo's waren voldoende O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 233