223 om hem te doen afdeinzen. De voorhoede, inmiddels tot nabij den rivieroever genaderd, werd in een scherp vuurgevecht gewikkeldzoo wel met de Atjehers, die op den linker rivieroever hadden post gevat, als met de bezetting der missigit die, door een hevig lillavuur, hare aan het oog onttrokken positie verried. De vijanden aan de overzijde der rivier werden spoedig door ge weervuur verdreven, zoodat het vuur der mortieren en de tot een frontaatival vereenigde voorhoede weldra de missigit konde bestoken, die door een bamboedoerie-heg omgeven, tegen de rivier aanleunde. Nadat de aanval voldoende door granaatvuur en salvo's was voorbe reid, rukten twee sectiën, door eene derde gevolgd, met den stormpas voorwaarts. Op het gezicht der in gesloten orde oprukkende soldaten namen een dertigtal voorvechters, die tot het laatst hadden stand ge houden, de vlucht; doch nauwelijks waren de onzen de inmiddels opengehakte bamboedoeri binnengedrongen, of een aantal dezer lie den maakte front en trachtte door een verwoeden aanval met de klewang de reeds half verloren missigit te herwinnen. Dit mocht hun echter uiet gelukkenbijna allen werden neergeschoten of met de bajonet afgemaakt, en omstreeks' 11 uur was de missigit genomen, in welker nabijheid dertig vijandelijke lijken het bewijs gaven, welke waarde de Atjehers aan dit punt hadden gehecht. Nadat de hoofdtroep nu ook de kampong was binnengerukt en ten noorden van de missigit stelling had genomen, werd de veroverde positie doorzocht; men vond er zeer vele patronen, twee lilla's en een vat buskruit, benevens eene groote hoeveelheid rijst. Een en ander werd onbruikbaar gemaakt en in de rivier geworpen. Na eenige oogenblikken van rust werd de missigit in brand ge stoken en vervolgens de terugtocht aangenomen in de richting van onzen post te Dj e r i r, waartoe de Atjeh rivier, die nabij Moeroe door waadbaar was, werd overgestoken. De vijand drong allengs weder op, doch werd door eenige salvo's op behoorlijken aistand gehouden. Toen de troepen allen den overtocht den rivier hadden volbracht en de achterhoede door de tegenover Moeroe gelegen kampong Lam- panas aan 's vijands oog onttrokken was, werden zij niet meer ver ontrust; ten 1 ure na den middag hadden de troepen G1 Kam- bing bereikt, waar de colonne ontbonden werd. Zij had twee ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 234