225
3175 en 2895 man, alzoo 1.82 en 4.28, of, voor het geheel, bijna
3 pCt. Sedert onze vestiging te Atjeh had zich nog geen zoo gun
stige verhouding voorgedaan; wel een bewijs van den goeden invloed
van het zooveel verbeterd troepenlogies
De aanleg van wegen werd geregeld voortgezet. De weg van Lam-
baroe naar Anagaloëng kwam in Augustus 1881 gereed, daarna
werd die weg naar Glé Kambing voortgezet. Tot het maken van
een weg van Toengkoep naar Montassik werd besloten. Voet
paden werden aangelegd van Pango naar Montassik en van
Anagaloëng, langs den voet van het gebergte, over Bil oei en
Boekit Da roe naar Ketapan Doewa. Ter verzekering der ge
meenschap met de zuidelijke nederzettingen werd een nieuwe houten brug
over de Kroeng Raba gelegd.
Gelijk uit het bovenverhaalde gebleken is, zag de vijandelijke partij
den aanleg der wegen met leede oogen aan en poogde zij dien meer
malen te belemmeren door de Chineesche wegwerkers aan te vallen,
zoodat deze sedert het einde van 1881 steeds door militaire detache
menten moesten worden beschermd.
Ten einde den Kraton beter verdedigbaar te maken, werd in 1881
een begin gemaakt met den bouw van een ringmuur met zes bastions.
De vroegere wallen zonder gracht (aan de Noorder- en Westerface)
en palissadeering (aan de Oostej1- en Zuiderface) konden daarmede
vervallen en de garnizoensdienst der bezetting belangrijk worden
vereenvoudigd.
Het troepenkampement ten oosten van het nieuwe hospitaal te
Pantej Perak kwam gereed, terwijl een aanvang werd gemaakt
met den bouw van een officierskampement te N e s o e h, aan de
zuidzijde van den Kraton.
De nieuwe missigit raja, waarvan de generaal VanderHeijden
den 9en October 1879 den eersten steen had gelegd, werd in 1881
geheel voltooidden 27en December werd zij op plechtige wijze aan
de bevolking overgegeven. In tegenwoordigheid van een groot aantal
hoofden, ook uit de kuststaten opgekomen, overhandigde de Gouver
neur, omringd door de civiele en militaire autoriteiten en de nota
beien van de hoofdplaats, na een toespraak tot de verzamelde menig
te, de sleutels van het fraaie gebouw aan T o e k o e Kad li Malikoe
1886, Dl, 15