227
Lamreng, vroeger sagihoofd der XXYI Moekims, die den
28en Juni 1881 den eed van trouw aflegde. Yandenaar Kemala
uitgeweken hoofden van Groot-Atjeh was hij de eerste, die zich bij
ons aansloot; dit wekte onder de partij van verzet zooveel verbitte
ring, dat hij, toen hij zich te Pedir bevond om zijn gezin en vol
gelingen af te halen, den 23en Augustus verraderlijk werd vermoord.
Eenigen tijd later werd, niet zonder moeite, de uitlevering verkregen
van zijn minderjarigen zoon Nja Bantah, die onder de voogdij werd
gesteld van Toe koe Abbas, hoeloebalang der III Moekim Oleh-
karang; deze laatste werd, in afwachting van Nja Bantah's
meerderjarigheid, aangewezen als waarnemend hoeloebalang over de
XIII Moekim Lamreng.
Ofschoon van minder beteekenis, dient eindelijk nog de onderwer
ping te worden vermeld van T o e k o e Imam Bin tang, gewezen
hoeloebalang der V Moekim Indrapoeri. Deze schaarde zich den
10cn Juni 1881 aan onze zijde; in overleg met den tegenwoordigen
hoeloebalang werd dit district in tweeën gesplitst, en aan Toekoe
Imam Bintang het bestuur opgedragen van het aan den rechter
oever der Atjeh-rivier gelegen gedeelte.
Een invloedrijk lid der vroegere sultausfamilie, Toewankoe
Pangeran Hoessin, die reeds lang geleden zijne onderwerping
had aangeboden, maar nog steeds geweigerd had zich in Groot-
Atjeh te vestigen, verzocht in het genot eenei' toelage te worden
gesteld. Dit verzoek werd ingewilligd, op voorwaarde dat hij in den
omtrek van Kota Radja zou komen wonen.
Door bemiddeling van den radja van Gighen kwam voorts de
jeugdige pretendent voor het Sultanaat, Toewankoe Mohammad
Daoed, die nog geheel onder den invloed staat van den ons vijan
dig gezinden Toewankoe Ha schim, met ons in aanraking, en
naar het scheen zou hij zich later wel onderwerpen, wauneer hij
zelfstandiger zou zijn en zich aan den invloed van Toewankoe
H a s c h i m du rfde te onttrekken
Waarschijnlijk aangelokt door het vooruitzicht van eene toelage,
bracht een ander sultansafstammeling een bezoek aan den controleur
van Segli, n.l. T o e wank oe Moham ma d J oesoef, kleinzoon van
Toengkoe Abbas, de jongere broeder van Sultan Ibrahim