12
lijk geslagen. Is de vijand te sterk, dan moet het gevecht zoolang
mogelijk slepende worden gehouden en onmiddellijk bericht worden
gezonden naar het fort Rotterdamin de meest geschikte richting-
moet worden teruggetrokken en alles in het werk gesteld, om den
vijand zoo mogelijk mede te trekken, op zoodanige wijze, dat hij
kans loopt tusschen twee vuren te komen, 't zij van de bezetting
der buiteneneeinte, 't zij van de andere patrouille, 't zij van de troepen,
die de militaire commandant zal goedvinden ter hulp te zenden.'t Beste
zal wezen de patrouille niet minder sterk te maken dan een compagnie,
zoo mogelijk versterkt met eenige artillerieambulance en reservemuui-
tie worden tevens medegevoerdzoodoende krijgt men twee patrouilles,
die, van verschillende kanten uitgaande, elkander van daag hier morgen
elders ontmoeten.
De niet patrouilleerende compagnieën geven de noodige wachten.
De patrouilles moeten steeds van een civielen ambtenaar verge
zeld zijn, ten einde de goedgezinde bevolking zoo noodig moed
in te spreken en den patrouillecommandanten behulpzaam te zijn
bij het inwinnen van berichten. In de bevriende kampongs mag
nimmer geweld worden gebruikt of arrestatiën gedaan worden, dan
op verzoek van dien ambtenaar, tenzij de patrouille aangevallen of
beschoten wordt. In dat geval treedt de patrouillecommandant als
aanvoerder op en behoeft alleen het advies van den ambtenaar te
vragen.
Des nachts wordt bovenbedoeld terrein door de cavalerie af-
gepatrouilleerd.
I9e. Is het noodig de patrouilles van uit het fort te hulp te komen,
dan wordt de bezetting vervangen door de landingsdivisie. Is er
geen landingsdivisie beschikbaar, dan moet een gedeelte der bezetting
n het fort blijven.
20°. De aanwezige, lichte artillerie, voor zoover zij niet is ingedeeld
bij de patrouilles, wordt op de meest geschikte punten van de buiten
eneeinte in batterij gesteld en zoo mogelijk de volkswapening in de
bediening van dat geschut geoefend. Wanneer er geen gevaar
bestaat voor een aanval van de zeezijde, dan kan de marine hierin
te hulp komen. In allen gevalle behoeft echter de bediening van
het geschut niet steeds en overal present te zijn, daar men bij een