230 der materialen van den aannemer voor den bouw van het aan de ver sterking grenzende kampement te verbrandeneenmaal beschoten zij, doch zonder gevolg, het etablissement van den aannemer der voedingsmiddelen voor de troepen. Door de ijverige medewerking van den maharadja werden de benden van P a 1 e u h in bedwang gehouden. In Kertoi ging het bestuur, ten gevolge van het overlijden van den radja Toengkoe Tjihik, voorloopig over in handen van Toengkoe Moeda, als regent gedurende de minderjarigheid van den zoon des overledenen. Gelijk te verwachten was, berustte Toe koe Nja Oesoef, de zoon van den vroegeren radja van Simpang Olim, niet in de schikking, die tusschen den tegenwoordigen radja Toekoe Nja Lamkota en diens tegenstanders was tot stand gekomen. Hij ver wierf zich spoedig weder een aanhang en noodzaakte den radja op nieuw, het land te verlaten. Pogingen tot eene minnelijke schikking stuitten af op den onwil van Toe koe Nja Oesoef. In Edi ontwikkelde zich de toestand steeds gunstig; de peper handel nam geregeld toe en een aantal Chineezen vestigden zich hier om handel te drijven. Tusschen Soengej Raja en Perlak bestonden nog altijd ge schillen, welke het bestuur tevergeefs trachtte bij te leggen. In Madjapahaït en Lang sar namen de rooverijen zoodanig toe, dat de daar gevestigde peperplanters uit Groot-A tjeh in April 1881 het plan vormden, het land, met achterlating hunner aanplan tingen en woonhuizen, te verlaten. De waarnemend assistent-resident kwam echter bij tijds ter plaatse, om hen te bewegen dit plan te laten varen; op zijne aansporing en onder zijne leiding werden de roovers na eene gevoelige tuchtiging door de bevolking verdreven. Van bestuurswege werden daarna pogingen gedaan, om de pepercul tuur in Madjapahaït uit haar verval op te heffen. Ter westkust van Atjeh onderging de toestand weinig verande ring; de pepercultuur verkreeg er echter eene noemenswaardige uitbreiding. Te Malabo'eh verminderde de onveiligheid; in Mei 1881 werden 20 gewapende politiedienaren ter beschikking van den assistent-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 241