238
3°. Dat de uitvallen schielijker kunnen plaats hebben.
4°. Dat de gebogen stand der beenen alle plaatsveranderingen ver
gemakkelijkt.
Moet de positie tegen den cavalerist worden aangenomen, dan luidt het
Comd0.: Sabelruiter. Tot gevecht Positie.
Ui tv.Als bij 4; de linkerarm echter teruggetrokken tot onder
het vizier; de vingers van den loop.
Aanm.
Door liet gericht zijn der bajonet op de borst der tegenpartij komt nu
de tromp ter hoogte van het oog.
Is de onderstelde vijand een lansruiter, dan wordt het
Comd°.Lansruiter. Tot gevecht=Positie.
U i t v.Als bij 4de linkerarm echter gestrekt en zoo noodig
voorbij den onderband.
Men kan tegen den lansruiter echter ook gebruik maken van de
hooge positie, dienende tot afwering van stooten, die van de hoogte
naar de laagte gaan. Daartoe is het
Comd0.: Hooge g e v e ch t s P o si t i e.
U i t v.Als bij 4het geweer met beide handen oplichten, totdat de
flauw gebogen linkerarm ter hoogte van den schouder komt, de rechter
arm 2 dM. hooger en vóór het hoofd; het geweer voor de linkerzijde;
de linkerhand, met de vingers van den loop, zoo noodig 1 dM. voor
bij den onderband; de beenen bijna gestrekt, (fig. II)
Aanm.
Door het een weinig rechts of links brengen van het geweer is men
in deze positie goed gedekt tegen lansslagen en lansstootende aanval
wordt er echter door bemoeielijkt.
De positie met het geweer bij den voet aannemen.
5. Comd0.: Pront.
U i t v. In front draaien en de positie aannemen met het geweer
bij den voet.
Aanm.
De onderwijzer moet vooral zijne aandacht op de positie der manschap
pen vestigen en nauwlettend toezien, dat deze behouden blijft.
Om dit te kunnen eischen, moet hij de manschappen niet al te lang
in de gevechtspositie laten staan en vooral in den beginne dikwijls de
positie met het geweer bij den voet doen aannemen.