241 bovenlijf met het lichaam in de gevechtsstelling een halven cirkel rechts- (links-) om beschrijven. Aanm. Gedurende de beweging wordt liet geweer, door het optrekken van den linkerarm, dicht bij het lijf gebracht. Deze sprong wordt verricht bij een rugwaartschen aanval. Om de paarden schichtig en daardoor den ruiter weerloos te maken, bedient men zich van den sprong in de hoogte. Daartoe wordt, nadat op het commando: „Zit Neer" de man de rechterknie op den grond gebracht heeft en is gaan zitten met het geweer vóór het midden van de rechterdij, de kolf op den grond, gecommandeerd 13. Spr o n g O p. Ui tv.: Het lichaam wordt snel opgeheven en een sprong in de hoogte verricht; het geweer daarbij met beide handen dwars boven het hoofd, den loop naar boven, de bajonet iets hooger dan de kolf, de linkerarm gestrekt, de vingers der linkerhand, die boven de punt van den linkervoet komt, van den loop verwijderd; daarna wordt snel eene wending linksom uitgevoerd, dan wel op de wijze van 14 uitgeweken. Aanm. De onderwijzer moet den man leeren, dat hij werkelijk bij het op springen een luiden gil geeft. De uitwijkingen. 14. Comd°.Rechts Uit w ij ken. Uitv.: Den rechtervoet ongeveer 36 cM. rechts afzetten, den linker onmiddellijk doen volgen, en zoover voorbij den rechter plaatsen als zonder gedwongenheid kan geschiedenop den bal van den linker voet linksom maken en den rechtervoet op den bepaalden afstand achter den linker neerzetten. 15. Comd0.: Links Uit w ij ken. Uitv.: Den linkervoet ongeveer 36 cM. links afzetten; op den bal van dien voet eene wending rechtsom makenden rechtervoet op den bepaalden afstand achter den linker neerzetten en een kleinen sprong achterwaarts doen. Aanm. 1886. Dl. I 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 252