242 Men bedient zich ook van deze uitwijkingen (vooral van de rechtsche), om op de flank van den aanvaller (ruiter) te komen. De uitvallen en stooten. 16. Comd°.: Halve uit Val. Ui tv.: Het gewicht van het lichaam op het linkerbeen over brengen en de knie naar voren buigen, totdat zij loodrecht boven de punt van den linkervoet staat, waarbij het rechterbeen gestrekt wordt. Op het commando: „Herstelt" wordt de positie hernomen; dit commando is ook voor alle andere bewegingen van toepassing. 17. C omdUit Val. Ui tv.: Den linkervoet dicht langs den grond zoover vooruit brengen, als kan geschieden, zonder dat de rechter wordt verplaatst of opgelicht; onderwijl het lichaam eenigszins laten doorzakken. Op het commando: „Herstelt" wordt de positie hernomen. Deze uitvallen worden vervolgens uitgevoerd in verband met de stooten. Men onderscheidt vier soorten van stooten 1°. Den verkorten stoot, die voornamelijk gebruikt wordt, wanneer de vijand te dicht is opgedrongen, dan wel zijn geweer of wapen te hoog heeft opgelicht. 2°. Den gewonen of rechten stoot, dien men voornamelijk tegen in fanterie toepast. 3°. Den werpstoot tegen ruiterij, slecht geoefende infanterie en lansdragers. 4°. Den lagen stoot naar het onderlijf of de beenen, dan wel naar een op den grond liggenden of lager geplaatsten vijand. 18. Comd°.Verkorte stoot, uit Val. Ui tv.: Het geweer vlug zoover mogelijk achteruit brengen, tot dat de vingers der linkerhand gestrekt zijn; de loop eenigszins naar binnen gedraaid; de punt der bajonet gericht op de borst (buik) der tegenpartij, daarna onder het verrichten van een uitval door het met kracht uitstrekken der beide armen een forschen, borenden stoot naar het doel doen en oogenblikkelijk de gevechtsstelling hernemen, (fig. Ill) Aanm.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 253