247 De onderwijzer prente den manschappen nu reeds in, dat in de wer kelijkheid alle weringen onmiddellijk door een nastoot gevolgd wor den, ten einde het voordeel, door het uit de richting brengen van het wapen der tegenpartij behaald, niet te verliezenhij zal daartoe, zoodra de weringen goed gekend worden, deze met de uitvallen vereenigen. ID A F DEELING. Het onderwijs in deze afdeeling wordt bij voorkeur gegeven door meesters en prévöts op het wapen pn bestaat in het beurtelings uitvoeren der hier voorgeschreven lessen, eerst door meesters en leerlingen en later door twee tegenover elkander geplaatste partijen. A. Geweer tegen geweer of lange lans. De onderwijzer, gewapend met borstharnas, linkerhandschoen en geweer, plaatst zich zoover van den leerling, dat bij den stoot met uitval de bajonet de borst des leerlings raakt. De bajonetten liggen gewoonlijk met de rechterzijden tegen elkan der; men zegt dan dat de aanleg rechts is; deze aanleg is regel, daar men bij den aanleg links niet gedekt is. Eerste les. De onderwijzer leert den man het onderdoorgaandit dient: 1°. Om zich aan een druk, uitgeoefend door de tegenpartij, die het wapen uit de richting wil brengen, te onttrekken en 2°. Tot het maken van schijnstooten. Hij drukt daartoe met zijn geweer rechts (links) tegen dat van den leerling, die zich daaraan onttrekt door de kolf met de rechter hand op te lichten en met de punt van de bajonet vlug een halven cirkel van links naar rechts (van rechts naar links) kort onder het geweer van den onderwijzer (tegenpartij) door, te beschrijven; de linkerhand blijft daarbij op hare plaats en dient slechts tot spil of steunpunt. Tweede les. Is de leerling in de le les bedreven, dan commandeert de onderwijzer „Stoot links c= Uit val", en laat zich door den leerling een stoot naar de linkerborst toebrengen. VOORAFGAANDE LESSEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 258