14 onderstelling uitgegaan, dat berichten van den voorgenomen inval des vijands ons bereikten, zonder dat die berichten duidelijk genoeg zijn. om daaruit op te maken, of de vijand meer bepaalde bedoelingen heeft, zoodat wij niet weten van waar hij zal komen, noch waar en hoe hij een aanval zal willen ondernemen. Het kan echter ook wel gebeuren, dat het ons bekend is, dat de vijand langs een bepaald aangewezen weg de plaats nadert en hij een bepaald punt van aanval gekozen heeft. Het kan in zulk een geval zaak zijn, hem dadelijk met de grootst mogelijke, mobiele macht tegemoet te trekken en aan te grijpen. De overige door mij aangegeven maatregelen moeten dan echter toch worden genomen, want, al gelukt het ons aanvankelijk hem tot den terugtocht te dwingen of uit elkander te jagen, dan is het toch te verwachten, dat hij eerlang den aanval hervatten zal en voor den tweeden keer zal hij zeker niet de mislukte wijze volgen, maar ongeveer handelen, zooals ik primitief heb aangewezen, en ons nu hier dan daar trachten op het lijf te vallen en te harceleeren. Het kan ook gebeuren, dat de berichten van de nadering des vijands ons zoo laat geworden, dat hij ons op het lijf valt, vóór wij er op gerekend hebben en reeds de naburige kampongs uitmoordt, vóór dat de noodige maatregelen genomen zijn, zelfs vóór dat het garnizoen geheel gereed is, om uit te rukken en vóór dat dé schutterij mobiel is. Dan is het zeker noodzakelijk, hem zoo spoedig mogelijk, met al wat men bij elkander kan halen, op het lijf te vallen en moet de Europeesche, Inlandsche en Chineesche bevolking maar voor zich zelve zorgen en moeten in de eerste plaats alle vrouwen en kinderen zooveel mogelijk in het fort worden opgenomen. Ook wanneer, in het door mij het eerst onderstelde geval, het den vijand gelukt, de buitenenceinte te verbreken en hij daarbinnen een bloedbad aanricht, moet hij met alle kracht worden aangegrepen en dan moet het garnizoen liever sterven dan wijken, om de nog ongedeerd gebleven, vreedzame bevolking gelegenheid te geven naar het fort en de schepen te vluchten. De terugtocht mag eerst daarna worden aangevangen. Een tweede geval, dat zich kan voordoen, is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 25