249
Daarna zegt hij hem, om op het commando: „Geweevs 1 ag
Rechts" hetzelfde te doen, doch op het oogenblik, dat de leerling
toeslaat, gaat hij onderdoor en brengt den stoot links toe.
Deze les wordt daarna herhaald links liggende, waarbij do kans
van slagen veel grooter wordt.
Is de leerling daarin bedreven, dan leert hij hem, dat ook in den
sprong achterwaarts een middel gelegen is, om zich aan den stoot te
onttrekken. Daarna laat hij zich het geweer uit de hand slaan,
doch pareert den stoot van den leerling, zoodra deze er een toebrengt,
met de linkerhand; zeer geoefende bajonetvechters mogen, zoo zij
daar kans toezien, de bajonet der tegenpartij grijpen en op hem in-
loopende hem de eigen bajonet op de borst zetten, wordende het
geweer daarbij bij het midden gevat.
Zesde les.
De onderwijzer zegt nu den leerling, om de linkerhand wat hoog
te houden en zoodra hij dit doet brengt de onderwijzer zijn geweer
er onder, doet een sprong voorwaarts en brengt een verkorten stoot toe.
Vervolgens laat hij hem nog eens het geweer oplichten, duwt
dit met zijn bajonethals in de hoogte en grijpt het, waarna hij
hem evenals in de voorafgaande les weerloos maakt.
Daarna laat hij hem die beweging zelf uitvoeren op het commando
„Onderloopen, korte Stoot" en onttrekt zich daaraan door;
zoodra de leerling wil onderloopen, een stoot toe te brengen, dan
wel, na een sprong achterwaartsuiterst sterk doorzakkende en in
eengedrongen, een stoot en uitval naar het onderlijf van den leerling
toe te brengen, (fig. XVI.)
Zevende les.
De onderwijzer draait zijn geweer met den loop naar beneden
en vat snel met den hals van zijn bajonet dat van den leerling, drukt
het forsch naar beneden en brengt hem door het naar boven en
naar voren zwaaien van de kolf met den hiel een slag op het hoofd,
dan wel een kolfstoot naar de borst of het aangezicht toe.
Daarna laat hij den leerling op het commando: „Naar hethoofd
Kolfslag" hetzelfde verrichten en onttrekt zich daaraan op de wijze
in de voorgaande les bepaald (Sprong achterwaarts).