258
5. Houw naar de linker 6. Links Weert.
Wang.
Herstelt (Als voren).
Vierde les.
2. Weert de linkers Wang. 1. Slag, sprong achterwaarts en
werp Stoot.
3. Rechter Wanghouw 4. Rechts Weert.
6. Weert de linker Dij. 5. Sprong achterwaarts en
(Linksomhalen). werp Stoot.
Herstelt. (Als voren).
Vijfde les.
2. Weert linker Wang, 1. Links uitwijken en voorwaarts
Stoot.
3. Steek naar de borst. 4. Links Weert.
6. Weert rechter Wang. 5. Sprong links en werp= Stoot.
D. Geweer tegen den lansruiter.
Yoorbereidende oefeningen.
Eerste les. Stelling rechts).
De onderwijzer laat den leerling tegenover een der uitloopers van
de vechtbank staan en plaatst zich tegenover hem, met de bij het
zwaartepunt gevatte lans zoo hoog mogelijk onder den rechter bo
venarm, de duim op den steel, de nagels naar boven; onder het uit
strekken der rechterhand brengt hij hem een hoogen of lagen (bij
meerdere oefening door schijnstooten vergezelden) stoot of slag toe en
laat dezen in de hooge positie weren en door een nastoot volgen.
Tiveede les. Stelling rechts).
De onderwijzer gaat weder op den leerling in, commandeert
echter, dicht bij gekomen „Reehts=Uitwijken," en brengt zijne lans, die
hij met de rechterhand vasthoudt, links, door deze op te heffen en
in de buiging van den linkerarm te doen rusten, waarna hij door
het strekken van den rechterarm, waarbij de hand ter hoogte van