267 tijd ops.taande de gevechtspositie aannemendaarna met eene rechtsche uitwijking van plaats verwisselen, daarbij zorgende steeds de plaats van zijn rechter nevenman in te nemen, en schouderen. Dit wordt driemaal herhaaldna de laatste maal maakt de leider twéé appèls, waarna de geweren worden atgezet, het carré geëindigd is en even wordt gerust. 2e Carré- Appèl. Het geweer schouderen, de punt der bajonet laten dalen, den loop naar voren draaien en den rechterarm hierbij hoog oplichten, waarbij het geweer onder den arm doorgaatdeze zwaai moet zoo krachtig zijn, dat de punt der bajonet achterwaarts weder omhoog komt en wel zoodanig dat zij doorzwaait tot zij in de richting komt als bij het vellen van het geweer, waarna men het loslaat doch onmiddellijk hervat en de gevechtspositie aanneemt. Dit is de inleiding van dit en elk volgend carré; zij wordt tevens op eiken hoek van 't carré uitgevoerd. Appèl. Met de linkerhand het geweer loslaten, den rechterarm voorwaarts uitstrekken en het geweer rechtstandig omhoog heffen, te gelijker tijd den rechtervoet (met een appèl) ongedwongen naar voren brengen. Ajjpèl. Het geweer tweemaal draaien door de punt der bajonet van voren te laten dalen en achterwaarts weer omhoog te brengen; wanneer deze draaiing tweemaal is volbracht, de gevechtspositie aannemen en den rechtervoet achterwaarts afzetten, daarna met een rechtsche uitwijking weder van plaats verwisselen en de geweren schouderen. Dit wordt driemaal herhaald. Appèl. Het geweer afzetten en rusten. 3e Carré- Appèl. De inleiding uitvoeren als bij het 2e carré. Appèl. Den rechtervoet met een appèl voorbrengen, te gelijker tijd het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 278