280 het gevoelen van S., ontkennend te moeten beantwoorden. Al mogen eenige bepalingen betreffende de strafprocedure als gerechte lijk onderzoek in hooger beroep bij de reclame over disciplinaire straffen van toepassing zijn verklaard, toch zal het o. i. moeielijk zijn den aard en het karakter der disciplinaire straffen gelijk te stel led met hetgeen men onder straf hebbe te verstaan, welke „in naam des Koningswordt toegepast op iemand, die als lid van den Staat misdaan heeft; de disciplinaire straffen vormen veeleer eene afzon derlijke groep, naast de gewone misdrijven niet alleen, maar ook naast de gewone overtredingen. De disciplinaire bepalingen hebben de meeste overeenkomst met de strafrechterlijke politie. Wat in het gewone leven geoorloofd is, kan toch ongeoorloofd worden door de bijzondere betrekking, waarin men zich als militair tegenover den Staat bevindt. Sommige vergrijpen tegen den ambtsplicht of dienstplicht zijn van dien aard, dat zij den goeden naam des schuldigen niet alleen als ambtenaar of in zijne dienstbetrekking, maar ook als lid der maatschappij treffen, zooals knevelarij en het zich laten omkoopen door ambtenaren, verlaten van den post door een schildwacht, ten einde den vijand den toegang te openen. Ieder gevoelt dat deze zware misdrijven buiten den kring der dis ciplinaire bestraffing liggen. In het algemeen behooren daartoe niet de overtredingen en misdrijven met kwade trouw begaan, terwijl de disciplinaire bepalingen dan ook meer zijn te beschouwen als straffen, gericht tegen hetgeen door onoplettendheid of verzuim na gelaten of gedaan wordt in strijd met een ambtsplicht. Gfroote practische gevolgen heeft die onderscheiding, waar het o. a. geldt de vraag of de rechtsregel van het strafrecht: non bis in „idem" d. i. geene herhaalde bestraffing van hetzelfde feit, op discipli naire bestraffingen van toepassing moet worden geacht. Volgens onze opvatting belet de straf, door den disciplinairen rechter opgelegd, niet dat de disciplinair gecorrigeerde militair voor datzelfde feit door den krijgsraadrechter andermaal wordt gevon- nisd en gestraft, wanneer het mocht blijken dat de zaak tot zijne competentie behoort en niet tot die van den disciplinairen rechter. Zoo besliste o. i. ten onrechte de krijgsraad te Padang bij vonnis

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 291