287
Hij zal het daarom niet euvel nemen, wanneer ik bij mijn bezwaar
blijf persisteeren.
Een officier, die ik zal het in mijn eerste opstel gereleveerde
acclimatisatieproces, dat tot de medische zaken behoort, nu maar
laten rusten een officier, zeg ik, die geen Maleisch verstaat en
spreekt, is bij eene Inlaudsche compagnie even nuttig als een Turk
bij eene compagnie van het Nederlandsche leger.
Hoe of het dan toch, zoo vraagt men mij in der tijd wel
met mij en zoo vele anderen gegaan is, die toch ook eens voor de
allereerste keer in Indië zijn beland geraakt.
Die vraag, geachte kameraad! kan ik het best voor mij zeiven
beantwoorden, omdat zij mij een feit in herinnering brengt, dat
nu al ruim 18 jaar geleden gebeurd is, maar mij toch nog klaar
voor de oogen staat.
Ik had eene zeereis van 119 etmalen achter mij en stapte te Ba
tavia aan wal met ongeveer een paar honderd Maleische woorden
in het hoofd, die de Heeren De Hollander, Koorda, Pijnappel of an
dere Maleische specialiteiten mij uit de tweede hand geleverd hadden.
Het spreekt als een boek, dat ik met mijn aan boord geleerd Ma
leisch van de taal der Maleiers en Maleisch sprekende Javanen bij
aankomst in Indië geen tittel of jota begreep.
Een achttal dagen daarna bevond ik mij als luitenant van de week
in de door den toenmaligen kapitein Hafeli gecommandeerde Javaan-
sche compagnie, om, ter nakoming van de van hoogerhand gegeven
bevelen, een uur lang, in persoon, met de soldaten theoretisch den
velddienst te behandelen.
De luitenant van de week gevoelde zich onder gemelde omstan
digheden daartoe echter niet in staat en wilde raad schaffen door
een Europeesch onderofficier in zijne plaats te doen optreden.
Maar ook die sergeant was even onmachtig, omdat hij eerst sedert
enkele maanden bij het Indisch leger diende, en eene poging om
een ander onderofficier theorie te doen houden, mislukte om dezelfde
reden.
De bevolen dienst ging ten slotte door onder de theoretische hoede
van een korporaal.
Zulke stoornissen waarde Sprokkelaar! nu doen zich bij Iniandsche,