18 met: bescherming van de mogelijk getrouw gebleven gedeelten des lands en alle middelen in het werk worden gesteld, de bevolking weder in hare kampongs te doen terugkeeren, de verblijfplaats van de aanstokers en bewerkers van den opstand op te sporen en hen onschadelijk te maken. De oorzaken van den opstand moeten nagegaan en zoo mogelijk opgeheven worden. Ook dit onderwerp zal ik hier laten rusten, omdat het weder nie rechtstreeks de verdediging van Makassar betreft. Ziehier het op verdediging tegen een Inlandschen vijand betrek king hebbende gedeelte mijner memorie, zooals ik dat in Februari 1883 schreef. ik heb daarin getracht, de zaak zooveel mogelijk van alle kanten te beschouwen. Niet al mijn denkbeelden zijn in alle details uitgewerkt en mo gelijk heb ik wel 't een of ander over het hoofd gezien, dat bij een onderwerp als het besprokene allicht gebeuren kan. Gaarne geef ik mijne opinie voor beter; critiek zal mij steeds wel kom zijn. W. J. N. Bosboom. Naschrift. Uit het voorwoord blijkt, dat ik te Padang, op weg naar Europa zijnde, voornemens was mijne memorie, ter plaatsing in het militair tijdschrift, der Redactie aan te bieden Later zag ik weder van dat voornemen af. omdat bij mij twijfel ontstond aan het nut daaraan verbonden. De berichten van den laatsten tijd uit de koloniën, de toestand te Atjeh, in Egypte, Soedan en elders brengen mij er thans weder toe een waarschuwend woord te spieken en te herhalen, wat ik in mijn voorwoord zeide; „men zij op alles voorbereid." Men zal misschien de opmerking maken, dat in de memorie niet wordt gesproken over het „in staar van oorlog of beleg verklaren" van de koloniën of een deel daarvan, dat toch aan de volledige uit oefening van het militair gezag moet voorafgaan. .Men zij indachtig, dat de memorie door mij werd opgesteld in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 29