292 met een 600 tal Fransche soldaten, te samen het bataljon formeerende, te Toulon scheep, terwijl men van uit Nederland alleen een zeker getal officieren heeft te expedieeren, om deze nader in de gelederen van het Indisch leger te doen plaats nemen. Terwijl dus de eersten hun landgenooten op vreemden bodem blijven aanvoeren, moet aan de laatsten vaak een commando worden gegeven over troepen, die zij niet kennen en wier taal zij niet spreken. Ik neem hierbij aan, dat eene fusie van het Nederlandsche mili- tieleger, van den soldaat met het Indisch leger voor het tegen woordige eene volslagen onmogelijkheid is en dat wij hier alleen in beoordeeling kunnen nemen, of samensmelting van de respectieve kaders officieren, onderofficieren en korporaals altemet niet doenbaar is. Gaat daarom de vergelijking van Fransche oorlogvoering in Tonkin en de onze in Nederlandsch-Indië niet in allen deele op, om andere redenen zoude aan te toonen zijn, dat ook de Engelsche officier in Britsch-Indië in andere conditie als de onze is. De Engelsche officier bij voorbeeld spreekt zijn Engelsch tegen den Cipayer, Hindoe en Ghoorka, terwijl de Nederlandsche officier met zijne moedertaal bij den Inlaudschen soldaat hoegenaamd niet te rechtkomt. Maar bovendien oordeele de Sprokkelaar niet te gunstig over dat peiiodiek „infuseeren van W estersch bloed in Ilindostan", daar, meen ik, niet weinig Engelsche officieren, zoodra zij eenmaal in Indië zijn, hunne militaire carriere daar voortzetten, terwijl omgekeerd vele anderen niet veel verder dan Gibraltar of Valetta komen. Ik wensch dit opstel te eindigen met eene opheldering, welke mij het geschrevene op de laatste bladzijde van Sprokkelaar's beschou wingen in de pen geeft. 'W anneer ik in mijn eerste opstel bij enkele kameraden van het Nederlandsche leger, ook maar den geringsten schijn zoude op mij hebben geladen, als zoude ik de tactische manoeuvres op de kaart, waai mede de Nederlandsche officier zich veel bezig houdt, op ironische wijze hebben gesteld tegenover het werkelijke oorlogsleven in Indië, dan zou mij dit veel spijten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 303