^7"^:RIA,
De Maatschappij Onderlinge Hulp."
De maatschappij „Onderlinge hulp", omtrent wier oprichting en aan
vankelijke plannen in het Ind. Mil. Tijdschr. N°. 8 van het vorige jaar
(blz. 820, Eene Indische Officiersvereeniging) het een en ander werd me
degedeeld, heeft kort geleden hare werkzaamheden begonnen met de
opening van haren winkel te Batavia in een flink en zeer gunstig gele
gen lokaal op Noordwijk. De prijslijsten zijn aan de aandeelhouders ver
zonden; de inzage daarvan leert, dat de prijzen over't algemeen zeer bil
lijk, en van vele artikelen zelfs lager gesteld zijn dan tot heden daarvoor
in den kleinhandel worden betaald. Neemt men hierbij in aanmerking,
dat de daarvoor vatbare goederen aan eene strenge keuring worden on
derworpen, dan mag zeker gezegd worden dat de voorwaarden voor een
grooten aftrek aanwezig zijn. Tot heden schijnt dan ook het debiet met
snelheid toe te nemen.
Dat de oprichting der Maatschappij door velen met leede oogen wordt
aangezien, is begrijpelijkvelen werden daardoor in hunne zaak benadeeld,
hetgeen natuurlijk in niets te kort kan doen aan het recht der officieren,
om zich te vereenigen tot het goedkooper verkrijgen van een deel hunner
behoeften. Dat de Maatschappij, zoodra zij in werking trad, aan heftige
aanvallen zoude blootstaan, was ook wel te voorzien. Al spoedig trof
men in sommige Bataviasche bladen verschillende ingezonden stukken
aan, die de Maatschappij in een minder gunstig daglicht trachtten te
stellen. Zelfs werd niet onduidelijk te kennen gegeven, dat men in de
geheele zaak niet anders dan eene lichtvaardige speculatie zag, door eenige
hoofdofficieren van het leger ten nadeele van de spaarpenningen hunner min
deren gepleegd. Een inzender in een der bladen fantaiseerde eene be
cijfering, waaruit hij afleidde, dat de Maatschappij moeielijk konde bestaan.
Aan het slot van een ander ingezonden artikel van een zich noemend
aandeelhouder, las men zelfs behalve vele andere invinuaties