300
andere dagen wordt dat ration vrij onregelmatig toegedienddat hangt
natuurlijk van het te huis komen van den troep af. Om 10 uur of na
10 uur te huis komende, krijgt dus het paard twee rations te gelijk, die
het alsdan niet geheel op eet, waardoor gras verloren gaat.
Het paard heeft nu, op dagen dat er tot 81 of 9 uur gereden wordt,
slechts 1 of l-i- uur vóór zich om 5 Kg, gras op te eten, want het
krijgt om 10 uur "weer 5 Kg. Het gras, dat dan nog in de ruif is, moet
woiden uitgetrokken en onder de voorbeenen gelegd of liever onder den
bak. Of dit steeds geschiedt, is de vraag, en door het uittrekken en
onder den bak werpen gaat gras verloren, doordien de paarden het ver
trappen, de stalwachts het naar voren vegen, waardoor er vuil en mest
bij komt, en de paarden er alsdan niet meer van eten.
Het uittrekken van het oude ration uit de ruif is noodig, omdat men
versch gras niet op het vorige kan doen, waarin het paard reeds gedurende
meer of minder tijd heeft staan snuiven. Ook is het een der regels bij
het voederen van dieren, dat men nooit nieuw voedsel mag geven, voordat
het oude gebruikt is, omdat de dieren dit soms verontreinigen en bederven
en kieskeurig er door worden, hetgeen vooral voor een krijgspaard eene
slechte eigenschap is.
Het ration voeder des avonds om 8 uur bestaat uit niets anders dan
uit 5 Kg. gras en dit voor den geheelen nacht tot den anderen morgen
5^ uur, dus voor een tijdsverloop van 9| uur. Dit is te lang voor zoo'n
klein ration, vooral als men nagaat, dat door het in de hokken bergen
en uitleggen altijd nog van ieder ration eenig gras verloren gaat.
Het paard krijgt per dag, dus in 14J- uur (het avondvoeder meegerekend)
vijfmaal eten, met tusschenruimten van gemiddeld 3 uur; hieronder is
driemaal een ration gaba van 0,83 Kg. begrepen; voor den geheelen
nacht, van des avonds 8 tot den anderen morgen 5|- uur, dus eene tijds
ruimte van 9j- uur, krijgt het maar 5 Kg. gras.
Mijns inziens kan deze verdeeling worden veranderd.
Gaat men 's avonds om 9 uur door de stallen, dan vindt men bijna
alle ruiven leeg en de paarden staan verder den geheelen nacht zonder
eten, van daar het aanhouden vechten en losraken.
Krijgen nu de paarden 's avonds een grooter ration gras, en neemt
men aan, dat zij dat achter elkander op eten, dan zullen zij voor de rest
van den nacht wel rustig zijn en slapen; eten zij het niet achter elkander
op, zooals de meesten, en gaan zij bij tusschenpoozen slapen, dan hebben
ze ook altijd bij tusschenpoozen wat te knabbelen en zullen dan. niet
vechten of bijten. Te Salatiga was het, tijdens mijn verblijf aldaar, soms