307
heuveltoppen en de berghellingen een door den grooten afstand on
schadelijk geweervuurdoch van bentings werd niets bespeurd. Aan
vankelijk werd getracht, de Atjehers door geweervuur te verdrijven,
maar toen dit geene uitwerking had en de vijand onze troepen uit
jouwde, werden door de artillerie eenig^granaten geworpen. Onze
tegenstanders zochten daarop haastig hun heil in de vluchthunne
stellingen werden door eene compagnie verkend en bleken nagenoeg
niet versterkt te zijn. Men vond niet anders dan eenige eenvoudige
wachthuisjes en keerde daarna met één gewonde naar Tjot Base-
toel terug.
In den nacht van 30 op 31 Mei 1882 werden de posten te Le-
pong Arra en Tjot Basetoel gealarmeerd en de brug nabij
Pas sar S am ah an i in den nieuwen grooten weg, ten noorden van
laatstgenoemden post, verbrand. Den volgenden ochtend werd het
transport van Glé Kambing naar dien post van de zuidelijke heu
vels vrij krachtig beschoten, zoodat van Tjot Basetoel eene pa
trouille van 50 man ter hulp moest worden gezondengesteund door
het granaatvuur van Lon g Lemoh, deed deze troep den vijand spoe
dig afdeinzen.
Terwijl de volgende dagen de posten te L on g Lemoh enDjerir
bij herhaling werden beschoten, poogde de vijand de dagelijksche
transporten te bemoeielijken door des nachts te trachten de biug te
vernielen, die zich op 500 schreden oostwaarts van TjotBasetoel
in den grooten wegnaar Glé Kambing bevond. De waakzaamheid
der bezetting belette hem zulks, waarna hij opnieuw de weder
herstelde brug bij P a s s a r Samahani zocht te verbranden den 18en
Juni werd dit plan verijdeld door de tijdige komst van een deta
chement infanterie, dat ten geleide diende van een voor Glé Kam
bing bestemd achterlaadkanon van 12 cM., doch in den nacht van
23 op 24 Juni slaagde hij er in, de brug te vernielen en den toegang
onbruikbaar te maken. Een en ander werd echter spoedig hersteld.
De werkzaamheden aan den tusschen Montassiken Toengkoep
aan te leggen weg bleven niet ongestoord. Daar deze weg grootendeels
in de XXVI Moe kim s gelegen is, zullen wij duidelijkheidshalve de
pogingen des vijands, om den aanleg te verhinderen of te bemoeie
lijken, benevens hetgeen van onze zijde daartegen gedaan werd, bene-