315
terug. De colonne Yan den Bos had den vijand ongeveer 2000 pas
noordwaarts vervolgd en daarop den marsch naar Ar oen Loengke
voortgezet, ten westen van welke plaats zij Yan Schmid met, de
zijnen aantrof. Gezamenlijk keerde men naar Sen el op terug, ten
einde van hier naar hunne garnizoenen te gaan; onder den terug-
marsch werden de troepen nog herhaaldelijk beschoten. In t geheel
hadden wij dezen dag 4 gewonden.
Twee dagen later werd uit Anagaloëng en Glé Kam bing
met ruim 300 man een nieuwe tocht ondernomen, ditmaal met het
doel, de kampongs Lim o, La mp oepoe en Piëng, op den rechter
oever der Atjehrivier, te doorzoeken. Te gelijker tijd werd een de
tachement van Lambaroe uitgezonden, om het terrein tussehen
Senelop en de Blang Bintang af te patrouilleeren, terwijl te
Pantej Karang een detachement van 50 man in reserve werd
opgesteld. Ten half acht ure in den ochtend ontmoetten de beide
colonnes van Anagaloëng en Glé Kambmg elkaar nabij
Piëng, waarop zij onder bevel van den kapitein E. Greve den
tocht vervolgden. Toen het gebleken was, dat zich in noordelijke
richting geene vijanden ophielden, werd de marsch oostwaarts voort
gezet om de Kroeng Anak over te gaan. Aan den linkeroever
van dit riviertje op de vlakte, die door Pakan Tring Mango, Limo
en Lampoepoe ingesloten wordt, stuitte men op een veertigtal Atje-
hers, die een geweervuur openden, maar weldra gedwongen waren te wij
ken. Men marcheerde nu naar Limo om daar de Atjehrivier over te
gaan, doch vond hier geene waadbare plaats en volgde daarom den oever
tot Indrapoeri; van hier keerden de colonnes over Glé Kambing
naar hare posten terug. Door de operatiën van dezen dag kwam
men tot de overtuiging, dat zich voor het oogeublik geene bende
van beteekenis in de XXII M o e k i m s ophield.
Laat ons thans nagaan, wat in het tijdvak van April 1882 tot
April 1883 in de XXVI Moekims gebeurde.
Hier waren het in den eersten tijd vooral de aanhoudende pogingen
des vijands, om den arbeid aan den nieuwen weg tussehen Mon-
tas sik en Toengkoepte storen, welke tot herhaalde gevechten
aanleiding gaven.