316
Den 17en Mei 1882 werd de dekking der arbeiders, sterk 1 offi
cier en 30 man, ter hoogte van kampong T j o t M er a ja, een half
uur gaans ten noorden van Se nel op, hevig uit die kampong be
schoten. Uit Sen el op snelde onmiddellijk een patrouille te hulp,
waarna de Atjehers aftrokken; wij hadden 10 gewonden, waaronder
1 officier en 2 Chineezen. Naar aanleiding van dit feit werd aan
de omliggende kampongs eene boete van 1000 dollars opgelegd, doch
zulks belette niet dat de aanvallen den 24™ Mei werden herhaald;
de commandant van het dekkingsdetachement bekwam een schamp
schot, twee manschappen werden gewond en van do Chineezen
werden twee gedood en twee zwaar gekwetst. Ook de aanvallers
leden echter ditmaal een belangrijk verlies.
Ten einde aan de invordering der opgelegde boete meer kracht
bij te zetten, rukten den 31on Mei uit Toengkoep en Anaga-
1 o n g drie colonnes, elk ter sterkte van 200 man, uit met het
doel, in de schuldige kampongs gijzelaars op te vatten. Zonder
eenigen tegenstand werden 14 personen, waaronder 3 hoofden mede
gevoerd maar ook hierdoor bleek geen einde te zijn gemaakt aan
's vijands onvermoeide pogingen om den arbeid te storen, zoodat in
Juni daarop, in het belang van de veiligheid der werklieden, eene
tijdelijke versterking moest worden opgericht op de grens der XXII
en XXVI M o e k i m s te P a j a o e, ook wel KroengGloempang
genoemd. Deze post werd bezet door 3 officieren en 164 minderen,
met 2 mortieren van 12 cM.
Ook deze maatregel mocht echter niet baten. Iieeds den 22en Juni
werd ter hoogte van de kali L i n g k a r het transport van P a j a o e aan
gevallen; ofschoon men gewaarschuwd en het dekkingsdetache
ment dientengevolge op eene sterkte van omstreeks 100 bajonetten
gebracht was, gelukte het den Atjehers, zich van verscheidene goedereu
meester te maken4 soldaten en 3 dwangarbeiders werden gewond,
een dwangarbeider gedood.
Eene week later had weder een aanval plaats. Het dekkingsde
tachement, 2 officieren en 70 man sterk, werd halverwege tus-
schen Toengkoep en Pajaoe, ter hoogte van de kampong Tjot
Lamtring, aangetast; eerst werd de flankdekking vrij hevig uit
een boschrand beschoten, daarna het detachement in liet front be-