21
den ingevoerd; bij de regeling van den wachtdienst moet men er nog
meer op letten, dat manschappen en kader van dezelfde compagnieën
de wachten betrekken en door hun eigen officieren gecontroleerd
worden.
Het is hier niet de plaats, de op Kota Radja destijds en waar
schijnlijk nog heerschende regeling nader te omschrijven.
Wil het Legerbestuur een goeden maatregel nemen in het belang
van oefening en verband in den troep, het voere die regeling over
al in. Geen der compagnies-of bataljonscommandanten, die daar
mede niet evenzeer ingenomen waren als de mindere militairen.
W. J. N. Bosboom.
's Gravenhage, 1885.