319 ons nog twee gewonden, namelijk de detachementscommandant en de le luitenant W. J. A. Roijen (1). Ook de dekkingstroepen der wegwerkers tusschen Toengkoep en Pajaoe werden denzelfden dag door een overmachtigen vijand aangetast. Het detachement, sterk 2 officieren en 50 man, werd ten noorden van Pajaoe eerst met geweervuur, daarna met de kle wang aangevallen en al spoedig tot den terugtocht gedwongen. Een der officieren, de le luitenant C. L. Hij en hu is, die bij het eerste vuur door een geweerschot getroffen was, wilde zich in het houtge was ter zijde van den weg terugtrekken, doch deed daarbij een on- gelukkigen val, waardoor een zijner beenen gekneusd werd. Aan het oog zijner retireerende manschappen onttrokken en niet bij machte zich op te heffen, viel hij in de handen der Atjehers, die hem met klewangwonden overdekten. Hij werd ontzet door de onverwachte verschijning van een van Anagaloëng uitgezonden detachement van 160 man dat, nabij Sen el op staande, het geweervuur had ge hoord en daarop noordwaarts was gemarcheerd, doch bezweek den volgenden dag. Behalve deze officier was ook de commandant van het dekkingsdetachement, de le luitenant H. M u ij der man, zwaar gekwetst en waren bovendien 3 soldaten gesneuveld en 11, meest zwaar, gewond. Den volgenden dag (8 Augustus) rukten 5 compagnieën infanteiie van Lambaroe, Anagaloëng en Toengkoep uit met den last, zich nabij deKroengAnak te vereenigen en verder het omliggend ter rein te doorzoeken zij hadden echter geen ontmoeting met den vijand. Ook den 12en Augustus, toen 4 compagnieën infanterie, met een de tachement genietroepen van Kota Radja, uit dezelfde posten op rukten naar de missigit Boeng tjala, nabij Pas sar Tjot Rang, werd geen tegenstand ondervonden. Deze missigit, waaruit het de tachement van den kapitein Bode den 7en Augustus beschoten was, werd vernield, omdat zij bekend stond als eene verzamelplaats van (1) Bij de hier vermelde ontmoeting onderscheidde zich bijzonder de ziekenoppasser J. H. Ge el en, die, ofschoon herhaaldelijk en zelfs ernstig gewond, de gekwetsten met de meeste toewijding bleef verbinden en verzorgen. Hij werd per telegram voor het ridderkruis der Mil. Willemsorde voorgedragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 330