326
Aldus was het resultaat der proefneming, om in een pas onder
worpen land de orde, in plaats van door de militaire macht, door
politie te doen handhaven
In den nacht van 10 op 11 Juni werd een aanval gedaan op de
passar te O 1 e h 1 e h, waar twee personen gedood en vier gewond
werden.
Het nemen van afdoende maatregelen ter verdrijving van den vijand,
die zich, naar men vernam, telon B 1 a n g a n in de IV Mo ekim s
gevestigd had, kon nu niet langer worden uitgesteld. Den 13en
Juni rukte het 2e bataljon, 16 officieren en 267 minderen sterk, on
der bevel van den luitenant-kolonel H. C. A. fiuempol meteene
aanbulance daartoe uit. Per spoor van Kota Radja naar O 1 e h-
1 e h overgebracht, marcheerde de colonne des namiddags ten half
vijf ure van hier over Boekit Seboen tot Tand j oen g, waar
zij echter door zoo hevige regenbuien overvallen werd, dat het, ook
bij de heerschende duisternis, niet geraden was verder te gaan en bij
Koëh een bivouac betrokken werd. Hier werden de troepen des
nachts een paar malen gealarmeerd, zoodat wij twee gewonden be
kwamen. Den volgenden ochtend werd KroengRaba bereikt, doch
daar de hier vroeger gemaakte brug afgebroken en de rivier ondoor-
waadbaar bleek, kon men den vijand niet naderen en moest de co
lonne onverrichterzake naar Kota Radja terugkeeren.
Het was de bedoeling geweest, dat deze colonne den vijand door
eene omtrekkende beweging over Kroeng Rabain den rug zoude
vallen; ten einde hem dan verder afbreuk te doen, marcheerde de
majoor W. J. T h i e m e, aan het hoofd van eene colonne van 16
officieren en 410 minderen met eene ambulance, den 13en naar den
westelijken ingang van den bergpas van Glitaroem; hier werd
men wel uit de verte beschoten, doch vermeed de vijand de aanra
king met onze troepen, zoodat ook deze tocht vruchteloos afliep.
Om den vijand geen rust te laten, werd den luitenant-kolonel Ruem-
p ol opgedragen, zich den 14en Juni opnieuw op marsch te begeven, thans
met het 3e bataljon infanterie (14 officieren en 309 man), een de
tachement genietroepen en eene ambulance. Te Boekit Seboen
werd deze colonne nog met eene compagnie (4 officieren en 100 man)
van het 15e bataljon versterkt; men rukte daarna op naar Kroeng