331
Lepong en Lansinia; Dea Baroe en DeaMamplan weiden
gedeeltelijk, Lansinia geheel aan de vlammen prijs gegeven. Bij
het overtrekken der Kroeng Tjagoe werd de colonne eenigszins
verontrust door het vuur van een 40tal Atjehers, die zich op de
omliggende heuvels ophielden, en ook op haren verderen marsch naar
het bivouac werd zij uit de verte beschoten.
Den volgenden ochtend (4 Januari) werd opgerukt naar de kampong
Lamteh, de gewone verblijfplaats van Toekoe Oemar. Men
werd weder van verre beschoten, doch ondervond over het algemeen
weinig tegenstand; slechts uit een versterkt huis in de Blang
Seneng ontving de troep een vrij hevig vuur, waarop het stor
menderhand door de compagnie van het 8e bataljon genomen werd.
De vijand liet hier 8 dooden achter. Nadat kampong Lamteh m
de asch gelegd was, keerde de colonne, met 2 gewonden, naar het
bivouac terug. Den 5en Januari werd alles weder ingescheept en naar
Olehleh overgevoerd.
Bij dezen tocht was niets van Toe koe Oemar of andere ben-
dehoofden bespeurd.
In verband met den steun, dien deze in de 1Y Moekims hadden
ondervonden, kwam het raadzaam voor, hier eene groote militaire
vertooning te makente gelijker tijd door de politie de huizen van
bij het bestuur bekende kwaadwilligen te doen vernielen en zich van
de daar aanwezige wapens meester te maken.
Hiertoe vertrok den 8en Januari eene colonne, begeleid door eene
politiemacht en de controleurs. Enkele door T o e k o e Tjot Bant ah
aangewezen huizen werden vernield en circa 15 geweren en donder
bussen, benevens eenige lansen en klewangs in beslag genomen.
De kampongbevolking hield zich overal rustig.
Na deze verrichtingen werd geruimen tijd niets meer van den
vijand in de XXY Moekims vernomen, en eerst in het begin van
April werden berichten ontvangen dat hij zich weder in den bergpas
Glitaroem ophield. Mobiele colonnes, derwaarts gezonden, ont
dekten evenwel niets bijzonders. Weldra vernam men echter met
zekerheid, dat de vijandelijke aanvoerders in het Lepongsche een
grooten aanhang verzamelden en zich in de benting van den post
houder aan de Kroeng Raba versterkten; volgens verschillende