334 proviandeeren eener zoo talrijke bende moest opleveren, weldra tot het, althans gedeeltelijk, verloopen van deze zoude leiden. Die verwachting werd echter niet vervuld, en weldra waren wij weder gedwongen, offensief op te treden. Blijkbaar was het de wensch vau Nja Hassan, dat wij hem zouden aantasten in zijne zelf gekozen stellingen, in een voor hem gunstig terrein en te midden van eene bevolking, die hem wel genegen was; doch toen aan dit verlangen niet voldaan werd, veranderde hij van tactiekin den nacht van 1 op 2 Mei bezette een gedeelte zijner benden Pakan Badak, en verscheen hij zelf aan het hoofd van circa 100 man plotseling in de onmiddellijke nabijheid van onzen post te Ketapan Doewa. Eene colonne van 400 bajonetten, 2 sectiën bergartillerie en eenige ruiters rukte den volgenden ochtend uit, om hem te verdrijvendeze ontmoette niets, doch werd op den terugtocht, voornamelijk uit de kampong Lamhassan, beschoten en verder tot O 1 e h 1 e h door een 50 of 60tal kwaadwilligen gevolgd. Zij kreeg daardoor in 't geheel 7 gewonden. In den namiddag van 3 Mei, even over half zes uur, verscheen plotseling eene bende van omstreeks 20 Atjehers op den passar te Olehleh, waar zij stuitte op eene juist dien dag daar geplaatste militaire wacht, onder bevel van den lcn luitenant R. Mac Leod. De voorste der bende schoot onverwacht op dezen officier, doch zon der hem te treffen en werd onmiddellijk door den sergeant der wacht afgemaakt. Hierop begonnen de overige Atjehers te vuren en trokken zij hunne klewangs. De wachthebbende manschappen wondden en kelen met bajonetsteken en namen daarna stelling in de missigit, waarop een vuurgevecht ontstond en twee soldaten ernstig gewond werden. De bende begon daarna al spoedig te retireeren naar denzelf den kant vanwaar zij gekomen was (naar de zijde van Lamp ag ger) en werd achtervolgd door de wacht, die belangrijke versterking bekomen had. Bij eene brug over de lagune stuitten de troepen op eene groote massa vijandelijk volk, welke na eenige salvo's, op de vlucht sloeg. De aanvallers lieten 2 dooden achter en sleepten een aantal gewonden mede; een geweer, een patroontasch met 60 patro nen voor achterlaadgeweer en een klewang vielen in onze handen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 345