339 stellingen bleef bezet houden in weerwil van het kartets- en ge weervuur der bezetting, terwijl ook het geschutvuur van de beide oorlogsschepen, dat hoofdzakelijk op de kampong Pinang Seriboe gericht werd, hem niet kon dwingen het beleg op te breken, besloot de kapitein Yan der Greugten, die steeds nauwer werd ingeslo ten, eene poging te wagen, hem door een uitval te verdrijven. Bij gestaan door een 151 man sterke landingsdivisie der marine en gesteund door twee gewapende sloepen, die onder bevel van den luitenant ter zee le kl. H. L. Cadet de rivier binnenroeiden, mocht het hem gelukken, de loopgraven in den rand van kampong K a n- dang te nemen en deze kampong voor een gedeelte in de asch te leggen. Kampong PinangSeriboe was intusschen, ten gevolge der herhaalde beschieting door de oorlogsschepen, reeds verlaten geworden. Met een verlies van 3 dooden en 8 gewonden waren de onzen er alzoo in geslaagd, den vijand geheel te verdrijven. Yoor een groot deel was zulks te danken aan de krachtige medewerking der zee macht, die tijdelijk, behalve met de Palembangmet de Koningin Emma de Benkoelen en de Makassar was versterkt, en, zoowel door haar vuur als door de landingsdivisie, den vijand zeker groote verliezen toebracht. Den 15en September werd een aanvang gemaakt met het opruimen der loopgraven. Den radja van Samalanga was aangezegd, dat hij hiertoe vóór des namiddags 4 uur volk zou moeten zendentoen dit ultimatum verstreken was zonder dat iemand opgekomen was, werden de op den rechter rivieroever gelegen kampongs door granaatvuur geteisterd. Dit had de gewenschte uitwerkingden volgenden ochtend waren 40 Atjehers aan het werk en daarna klom hun aantal tot 120. Ten einde den radja aan zijne verplichtingen te herinneren en den vijand, die in de kampongs Laugkeboe en Medan was te ruggetrokken, daaruit te verdrijven, werd van tijd tot tijd een gra naat in die richting geschoten; het vuur werd eerst den 21en Sep tember geheel gestaakt, toen de vijand geheel verdwenen was en de opruiming der loopgraven goed vorderde. Inmiddels was den 18™ te voren reeds het artilleriedetachement der marine naar boord te ruggekeerd. De tijdelijk van Kota Radja gezonden versterking keerde den 27™ October terug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 350