345 --
Besluit.
In de voorgaande bladzijden hebben wij ons uitsluitend bepaald
tot de mededeeling van feiten, voor zoover deze reeds van regeerings-
te stellen onder Hollandsche leiding en onder de Hollandsche vlag; een bestuur, dat
door het Atjehsche volk zou worden erkend als het vroegere sultanshestuur vervan
gend en waaraan het zou wensehen te gehoorzamen.
Geweld kon het middel niet meer zijn, om tot dat doel te geraken; toch moest de
sterke hand der militaire macht, zoowel te land als ter zee, de moeielijke en slechts
met zorg en overleg te ontwikkelen politieke taak krachtig on dpelmatig steunen.
Eene groote mate van eendracht en samenwerking, van zelfverloochening en op zij
zetting van eenzijdige belangen werd van alle landsdienaren gevorderd, om op te
richten het gebouw van ons politiek gezag, op de puinhoopen van het in den oorlog
ineengestorte Inlandsch bestuur.
Het Nederlandsch devies „Eendracht maakt Macht" moest thans meer dan ooit de
leus zijn.
Welnu, wat ook slecht geïnspireerde schrijvers en woordvoerders, het met doel,
handelingen en beteekenis van voorvallen in Atjeh onbekende publiek hebben ver
kondigd en voorspeld, door en met eendrachtig beramen en handelen staat thans het
gebouw van Neerlands heerschappij op Noord-Sumatra op zijne grondslagen.
Over het gelieele Sultansterrein, zoowel in Gr o o t-Atj eli als op de kusten, wordt
thans door de hoofden en de bevolking het Nederlandsch gezag erkend, als te zijn ge
treden in de plaats van het vroegere sultansbestuur, en overal is door de panglima's en
hoeloebalangs, die weleer rechtstreeks de bevelen van den Sultan ontvingen, de ver
antwoordelijkheid aanvaard, die hun vroeger onder dat bestuur was opgelegd.
Te Segli hebben de voornaamste hoeloebalangs in eene plechtige vergadering het
hoofd van het gewest, den vertegenwoordiger van don Gouverneur-Generaal, als hun
Sultan gehuldigd.
Te Telok Semawé hebben de vroegere hoeloebalangs van den Sultan met onze
hulp den vijandigen vorst van Pas an ga binnen de grenzen van zijn gebied, waaruit
hij te voorschijn was gekomen, om hun land en onze vestiging aan te tasten, terug-
gedrongen.
Te Samalanga heeft de hoeloebalang, door ons gesteund, onze oude vijanden,
de moslemin van Ba toe XI iq, getuchtigd on uit hunne sterkten verjaagd.
De invloed der K e m al a-partij is gebroken en waar nog hier en daar vijandige
handelingen worden gepleegd, 't zijn geïsoleerde, op zich zelf staande feiten; van
algemeen of nationaal verzet is geen sprake meer.
Gouverneur! 't is onder die omstandigheden, dat ik U het bestuur van dit gewest
overgeef.
Is 't mij gelukt, de banier, door onze dappere land- en zeemacht hier geplant, zoo
vast te zetten dat ook de toongevende hoofden zich daarom heen hebben geschaard,
zoo is dit voor ons Yaderland zoo gunstig resultaat te danken aan den kraclitigen
steun van de commandanten van land- en zeemacht, aan de toewijding van de bestu
rende ambtenaren, aan de trouwe hulp van Atjehsche hoofden, aan den moed en
de zelfopoffering van Leger en Vloot.