356 De tot het leger van Bombay behoorende Britsch-Indische Cava lerie telt dus 19 eskadrons en 3527 man. Komt bij.. 3 476 Britsche Cavalerie. Totaal organieke sterkte der 22 eskadrons Cavalerie van het leger van Bombay 4003 man. Hiervan zijn 532 Europeanen en 3471 Inlanders. De verhouding van de Europeanen tot de Inlanders is dus als 16 (1) ruim. III. De Artillerie. Evenals in Bengalen bestaat dit wapen bij het leger van Bombay uit Brit sche (die de overgroote meerderheid uitmaakt) en Britsch.-Iud. Artillerie. De Staf der Artillerie bij de leger- en militaire afdeelingen bestaat uit (2): 4 kolonels, 7 luitenants-kolonels, 4 adjudanten en 1 instruc teur voor het rijden; totaal 16 officieren; en voorts uit de navolgende onderofficieren: 2 sergeanten-majoor, 1 trompetter-majoor, 4 schrij vers, 3 eerste hulpinstructeurs en 1 tweede hulpinstructeur voor de Artillerie, samen 11 onderofficieren. 1. De Britsche Artillerie. Deze bestaat uit: Rijdende, Yeld-, zware Yeld-, Berg-en Yestingartill. a. Rijdende Artillerie. Het leger van Bombay telt slechts 1 rijdende batterij, die te Kirkee in garnizoen ligt. De formatie is reeds opgegeven bij het Bengaalsche leger. Bij deze batterij is 1 paardenarts ingedeeld, zoodat de totaalsterkte in plaats van 162, 163 man is. Yoorts wordt opgegeven, dat bij deze batterij, behalve de 178 troepenpaar den, 7 ossen zijn ingedeeld; terwijl bij de batterij nog het volgende Inlandsch personeel behoort: 1 tindal (3), 12 magazijnsknechten (store lascars), 3 syces-jemadars (3), 118 syces (3), 60 grassnijders, 4 ossendrijvers, 3 puckallies, 1 bhistie, 1 baas-smid, 1 vuurwerker, 2 vijlsmeden, 2 hamersmeden, 1 baas-timmerman, 2 timmerlieden, 1 munsji (3) en 2 tentknechten (tent lascars); samen 214 Inlanders. (1) Bij de Cavalerie van het leger in Bengalen is die verhouding 15 bijna. (Zie eerste gedeelte van dit opstel). (2) Zie het eerste gedeelte van dit opstel. (B) Wat een tindal hier beteekent, weet ik niet. Een tindal is de naam van een Inlandsch beambto of ambtenaar in Britsch-Indië, wellicht overeenkomende met ons hoofdmandoer. Zou het soms afgeleid zijn van het Chineesche tandil (Deli)? Wat een munsji (moochie) en een syce is, weet ik evenmin.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 367