381 schrijft men eenige banale uitdrukkingen in, met conform en idem en op het einde Ja, Ja. Met zulk eene beoordeeling is men gedekt. Is er iets gerucht makends voorgevallen, dan informeert men naar de opinie van ande ren en vult daarna alles slecht in, met op het einde NeenNeen. Dan worden de beoordeelingen ingepakt en verzonden en quies non movetur. Dit is echter eene Indische kalmte, die wat ver gaat, want de gevolgen zijn dat met idem en conform, enz. de luitenant dikwijls een groot deel zijner loopbaan doorbrengt en die beoordeeling veelal geheel berust op zijn eerste jaar als officier. Aangenomen dat er voor zijne eerste conduitebeoordeeling moeite is genomen, dan zal, als de beoordeeling goed is, de luitenant op zijne lauweren kunnen gaan rusten en als de beoordeeling slecht is, en de jonge officier niet dadelijk zijne roeping begrepen heeft, het hem hoogst moeielijk vallen den slechten indruk weg te nemen. De weinig werkzame officieren profiteeren van zulk eene onbe duidende beoordeeling; hun illusie is slechts „geschikt voor den „volgenden rang," en hoe minder er voor die geschiktheid wordt vereischt, hoe liever het hun ismet geregeld gedrag en de noodige volgzaamheid brengen zij het reeds ver. De goede officieren echter, wier illusie niet alleen geschikt voor den hoogeren rang is, benadeelt men en ontneemt hun allen prikkel voor ijver en studie. De beoordeeling der subalterne officieren zal natuurlijk des te beter worden, hoe hooger eischen men aan de betrekking van hoofdof ficier stelt. Y. Een voorbeeld van goede maatregelen om de kapiteins voor te bereiden voor den hoofdofficiersrang vinden wij in het Oosten- rij ksche leger. Het Oostenrijksche officierskorps staat in alle opzichten hoog aan geschreven; een Russisch generaal, doodvijand der Oostenrijkers (1), zegt van dit korps dat het het schoonste is, dat hij kent. (1) De generaal Fadejoff.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 392