386
belanghebbende, noch de bijzondere aanteekeningen der brigade- en
divisiecommandanten.
Een zelfde staat wordt ingediend omtrent de officieren, die verzoe
ken dadelijk het examen voor hoofdofficier te mogen afleggen.
De kapiteins, die den cursus niet willen bijwonen, noch examen
doen en die dus geene bevordering wenschen te maken, moeten hier
van schriftelijk aan den minister kennis geven.
Met behulp dezer staten bepaalt de minister het aantal candidaten
voor elke serie. De belanghebbenden worden vier maanden vóór de
opening van den cursus gewaarschuwd als gedurende die vier maan
den een der officieren om eenige reden verhinderd wordt den cursus
bij te wonen, moet den minister onmiddellijk er van worden kennis
gegeven.
Yóór de aankomst der officieren doet de minister aan den comman
dant der school de betrekkelijke staten ter hand stellen.
Plan der Studiën. Het onderwijs, aan de officieren gegeven, bevat
de studie der reglementen en militaire bepalingen in gebruik bij het
Oostenrijksche leger. Het theoretische onderwijs moet zooveel mo
gelijk als conferentie of conversatie plaats hebben en men moet bijzonder
letten op alles wat belangrijke wijziging moet ondergaan.
Drie of vier uren per dag zijn gewijd aan het theoretisch onderricht;
een of twee namiddagen per week zijn aan de officieren vrijgelaten,
om te werken hetgeen zij verkiezen.
De Zaterdag wordt besteed aan tactiek (practijk) naar buiten; dit
wordt alleen niet uitgevoerd als het al te slecht weer is en in dat
geval wordt deze oefening vervangen door de oplossing van een of
ander tactisch vraagstuk.
Gedurende hun verblijf aan de school doet men de officieren bo
vendien de voornaamste militaire etablissementen van eenen be
zoeken en ook van de omstreken; b. v. het arsenaal, het militair
geographische instituut, de magazijnen der artillerie en van den trein enz.
Bovendien komen elk jaar op het budget gelden voor, voor de
practische oefeningen; die gelden worden gewoonlijk gebruikt voor
eene wetenschappelijke reis, die de kapiteins, welke aan het examen
voldaan hebben, onder bevel van den commandant der school of van
den ouderwijzer in de tactiek maken.