388
Kennis der vestingartillerie; vergelijking der bewapening van het
Oostenrijksche leger met die van andere legers.
Versterkingskunst en pionierkunst.
Twee uren per week
Veldversterkingskunst. Algemeene kennis van artillerie- en genie
werkzaamheden in tijd van oorlog. Algemeene beschrijving en het
gebruik der militaire bruggen, hoofddenkbeelden der duurzame ver
sterkingskunst en van den belegeringsoorlog.
Militaire wetten.
Een en een half uur per week.
Rijkunst.
Drie lessen per week, waarvan een naar buiten. De rijcursus wordt
alleen voor de infanterie en pioniers gehouden.
Eindexamens. De eindexamens hebben plaats voor eene commissie,
waarvan de samenstelling bij het reglement op de bevordering aldus
is bepaald: een generaal president, de commandant der school, de
leeraars van den cursus en twee hoofdofficieren van den troep. De
president en de hoofdofficieren van den troep worden door den minis
ter aangewezen.
Twee dagen worden besteed aan schriftelijke vragenden eersten
dag strategisch en den tweeden dag tactisch werk.
De derde en vierde dag is bestemd voor mondeling examen en,
als de commissie het noodig mocht oordeelen, voor supplementair
schriftelijk werk.
De beantwoording der schriftelijke vragen heeft plaats in tegen
woordigheid der commissieleden; de tijd wordt daarvoor opgegeven.
De punten, die de officieren behaald hebben, worden op eene af
zonderlijke lijst gebracht. De punten worden door de leeraars gege
ven, in de volgordeuitstekendzeer goedvoldoende en onvoldoende.
De einduitslag wordt bepaald door den commandant en de hoofd
officieren, en bevat slechts de uitspraak of het examen voldoende
was of niet. Als de détail-taxatie en het eindresultaat op den staat
zijn gesteld, wordt deze der commissie aangeboden, die in laatste
ressort beslist.
Alleen wanneer het eindresultaat met algemeene stemmen is ver
kregen, mag de commissie er niets meer aan veranderen.