405
verstande, dat de bijdrage, van ieder lid te vorderen, met meer mag
bedragen dan 10 in eens en per paard.
Art. 28.
Een deelnemer, in gebreke blijvende zijne verschuldigde bijdragen
te voldoen, houdt op lid der Vereeuiging te zijn en kan nimmer
meer lid worden.
Art. 29.
De door wanbetaling niet geïnde bijdrage blijft eene schuld van
het ontslagen lid aan den rechthebbende, waarmede de Yereeniging
geene verdere bemoeienis heeft.
Art. 30.
Alle onkosten ten gevolge van het overmaken van golden komen
voor rekening van de leden.