418 kapitein; de luitenant, die daarbij van tijd tot tijd dienst doet, is niet afzonderlijk in de formatie opgenomen en wordt dus aan de for matie van den troep onttrokken. Bij de infanterie is ten vorigen jare tijdelijk eene commissie toe gestaan tot verbetering der infanterie-reglementendeze bestaat uit twee kapiteins en is slechts voor één jaar uitgetrokken. Op de be grooting voor 1886 is zij voor een half jaar verlengd; een heel jaar kon blijkbaar niet lijden. Waarom moet nu bij de militaire administratie die commissie be staan uit een majoor of kapitein, een luitenant en drie schrijvers? Is het bijwerken van administratie-reglementen zóó moeiehjk, dat eene dergelijke commissie daar steeds aan werken moet? 't Is bezwaarlijk aan te nemen. Intusschen wij hebben de commissie en zullen ze wel houden ook. Hopen wij dat zij, met behulp van haar drietal schrijvers, hare reglementen weldra moge afleveren. Reorganisatie van den generalen staf. In een der afdeelingen werd gevraagd of van den legercomman dant bereids voorstellen zijn ontvangen betreffende de reorganisatie van den generalen staf. „Nog niets ontvangen" zegt de Minister. „Ofschoon de legercom mandant werd uitgenoodigd zijne denkbeelden over de noodza kelijkheid en de mogelijkheid van zoodanige reorganisatie ken- „baar te maken, is het tot dusver bij het Departement van Ko loniën niet gebleken dat aan die ontnoodiging reeds gevolg werd gegeven." Eene afwijking van den gewonen regel. Terwijl we anders ge wend zijn aan het verschijnsel, dat uit Indië herhaalde en dringende vertoogen worden vereischt, om de meest noodige verbeteringen en dan nog dikwijls schoorvoetend te zien ingevoerd, doet zich hier juist het omgekeerde voor. Terwijl er zoover bekend is, niemand bestaat die de tegenwoordige organisatie van den generalen staf goed acht en de volksvertegenwoordiging reeds jaren achtereen door de vraag, eene schuchtere vraag volgens den Heer Kielstra of men daarin geen verbetering wil brengen, van hare bereidvaardigheid doet blijken, om tot die verbetering ernstig mode te werken, dient men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 429