- 421 grondstof aankwam bij hem gevonden zou worden. Van den tijd der Amsterdamsche tentoonstelling dagteekenen dan ook de onderhandelingen van het Departement van Koloniën met den Heer Fohson, die zich door leverantiën aan verschillende Europeesche Mogendheden een naam heeft verworven als specialiteit in de vervaardiging van militaire hoofddeksels. Hij werd hereid gevonden een model-helmhoed te leveren, maar alleen onder deze voorwaarde, dat hem tegen een te voren bedongen prijs eene bestelling van minstens 10 000 helmhoeden werd toegezegd voor het geval dat zijn model goedgekeurd en tot aanschaffing van helmhoeden volgens dat model voor het Indische leger mocht besloten worden. Hij vreesde toch dat zijn arbeid hem, zonder zoodanige voorwaarde, geenerlei voordeel zou opleveren, maar alleen ten bate van anderen zou komen, wanneer namelijk de Regeering, op den grondslag van het eenmaal in haar bezit gekomen model, bestellingen deed bij Nederlandsche fabrikanten. De toenmalige Minister willigde schriftelijk dien eisch in. Toen de door den Heer Fonson ingezonden model-helmhoed, naar het oordeel van alle geraadpleegde deskundigen, zoo wat grondstof als samenstelling betreft, aan alle eischen voldeed, moest de bestelling volgen, die echter tot het bedongen minimum van 10 000 helmhoeden werd beperkt. Er was toen nog geen enkel model door een Nederlandsch fabrikant aangeboden, waar van de grondstof aan de eischen voldeed, en ook later is dit niet geschied. „Het voornemen bestaat om de verder benoodigde 27 000 helmhoeden" bij openbare aanbesteding te doen leveren, met de uitdrukkelijke bepaling, dat zij binnen Nederland vervaardigd moeten worden. De in België vervaardigde grondstof zal daarbij nagemaakt kunnen worden. Over deze geschiedenis heeft de Minister in de Nederlandsche pers heel wat te verduren gehad. Wij zullen er Zijne Excellentie daarom hier maar niet verder hard over vallen, te minder daar, zooals uit het bovenstaande blijkt, de bestelling door zijn voorganger is ge daan. De helmhoeden zijn intusschen in Iudië aangekomen en zul len weldra worden verstrekt, waardoor hunne al of niet bruikbaar heid van zelf zal blijken. Zijn zij geschikt, dan is de hooge prijs, voor de eerste aflevering besteed, nog zoo erg niet; de concurrentie zal dien prijs wel doen dalen. Wij vreezen alleen eenigszins dat de helmhoeden, die er op 't oog zeer net uitzien, en bij de eveneens sierlijke, nieuwe jassen een goed figuur zullen maken, bij de tegen woordige hoogst eenvoudige burgerkleeding der soldaten, het spreek woord van de „vlag op de modderschuit" in herinnering zullen brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 432