425 geheel bekend met de bedoeling der Regeering omtrent bet offensief optre den buiten de stelling van Groot-Atjeb? „Ik houd er mij van overtuigd dat, wanneer de Gouverneur daarmede bekend zal zijn, hij dat zal doen, want om de veiligheid binnen de linie op den duur te handhaven, zal het nu en dan op kleine schaal aanvallend te werk gaan onvermijdelijk zijn, in de eerste plaats om den geest bij onze troepen levendig te houden, en in de tweede plaats om den overmoed van de Atjehers te breken. Toen de Minister hierop niet antwoordde, voegde de Heer Roose boom er in eene latere zitting nog bij: Gisteren heeft de Minister gezegd, dat den Gouverneur van Atjeh de bevoegdheid is gegeven, om, als de veiligheid binnen de linie het noodig maakt ook offensief daarbuiten op te treden. Ik had dat uit den door den Gouverneur-Generaal gestelden regel, ons in de Memoi'ie van Beant woording medegedeeld, niet begrepen en de Gouverneur van Atjeh blijk baar ook niet, want ik ben overtuigd, dat die Gouverneur een veel te goed militair is, dat hij niet weten zou dat eene zoodanige passieve handelwijze uit een militair oogpunt absolute afkeuring verdient. „De Minister van Koloniën onderstelt dat het mij wel bekend zal zijn, dat niet hij, maar de Gouverneur-Generaal instructiën geeft aan den Gouverneur van Atjeh, en die onderstelling is juisttoch richt ik het beleefd, maar dringend verzoek tot den Minister, al zijn invloed aan te willen wenden, opdat die Gouverneur bekend word t met de bedoeling der Regeering, die uit de aangehaalde woorden niet duidelijk blijkt." Nu kwam de Minister tot een antwoord. Maar een rechtstreeksch antwoord was dit geenszins. De Gouverneur van Atjeh, zeide hij, zou de instructie van den Gouverneur-Generaal wel begrepen hebben en zoo zij elkander niet begrepen, welnu, dan zouden zij elkander wel inlichtingen vragen. Dat willen wij gaarne geloovenMaar welk eene uitvlucht! Dat de Gouverneur van Atjeh niet buiten de liuie optreedt, zal zeker het gevolg zijn van zijne wijze van begrijpen der instructie, die, wij twijfelen er niet aan, ondanks 's Ministers ontwijkende ant woorden, dergelijk optreden wel zal buitensluiten. Of dat voorschrift doeltreffend is? Wie zal het uitmaken? Yolgens de regels der krijgskunde zeker niet; maar de regels der Westersche krijgskunde laten in Indië zooveel uitzonderingen toe,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 436