436
er in 't volgend jaar wéér niets van verbetering komt. Want aan
belangstelling bij de Yertegenwoordiging ontbreekt het niet. En nu
moge de belangstelling van den Minister, die vermoedelijk wel voor
vermeerdering van uitgaven zal vreezen, wellicht niet geheel zoo groot
zijn als zijne woorden dit zouden doen denken, het valt toch niet
te ontkennen dat goed gemotiveerde verbeteringen, zelfs al kosten
zij geld, volstrekt niet door hem worden afgewezen, adres aan de
vermeerdering van het Amboineesche element, die zonder eenige be
denking schijnt toegestaan te zijn. Hopen wij dus dat de Minister
zich bij de volgende begrooting niet op gemis aan voorstellen zal
behoeven te beroepen en niet van de kamerleden zal behoeven te
hooren, wat hij reeds lang in goed uitgewerkte voorstellen van het
Departement van Oorlog had moeten vinden.
Z.